papier zou hij zijn. De filosoof liet zich juist door zijn vijand, de materialist, inspireren. De oorlog begon zich dus steeds meer te verschuiven naar het denken, niet meer het lichamelijke. Er was iets veel beters. De filosofen hadden het niet over een letterlijk ik en jij, maar over bewustzijns-niveau's, over goed en kwaad. Ze hoopten juist dat door hun satire mensen tot inzicht zouden komen om afstand te doen van hun ego en oude denken. Maar eerst zouden ze er zoveel van moeten eten totdat het hun neusgaten uit zou komen. Je wil jezelf volvreten ? Nou, je kan het krijgen. Zo stelde de Duitse filosoof. Tot papier zou de mens worden, tot papier zouden de kerken worden, opdat daarop de hogere filosofische onkranten gedrukt zouden worden. Er werd niet gevochten met messen. Dat was barbaars. Er werd gevochten met humor, om de mens zin en onzin in te laten zien. Er werd gevochten met absurdisme, om te laten zien hoe onbenullig de grenzen van de mensen waren. Er begon zo een heel nieuw extremisme op te rijzen. Papier hier, zegt Holle Bolle Gijs op de Efteling. Holle bolle gijs kan het wel gebruiken. Alles vreet hij en nog steeds heeft hij honger. Alles maalt hij tot papier, en hijzelf wordt ook tot papier. Het is goede onreclame voor het materialisme. 'Doe dan, doe dan, spring er maar in, je bent goed te gebruiken. Wij weten wel raad met je.' De ongod zal komen, en papier is wat hij wil voor de onkrant. Zorg dat je er bij bent, zorg dat je paraat staat. De ongod weet er wel raad mee … Tot papier wordt het gemalen … Nee, de Duitse filosofen spaarden elkaar niet, en al helemaal niet het Duitse volk. De één wist het nog wel beter, of waziger, te vertellen dan de ander. Er was altijd weer baas boven baas, of baas onder baas, of in hun terminologie : de onbazen. Het ging niet om de roem, het ging er niet om berucht te zijn, maar om de anonimiteit, de onroem. Obscuur moest het wezen, want als je teveel zou definiëren zou je het juist ook weer kapot maken en er zoveel weer door verbergen. Daarom bleef Schopenhauer stellen dat er nog een ander zeer belangrijk element was : namelijk kunst. Zoals religie tot kunst werd verheven meer en meer, zo moest filosofie ook tot kunst worden verheven. Men moest dus durven niet alleen systematisch te zijn, maar juist ook onsystematisch. Het abstracte was juist het hogere concrete, het subjectieve het hogere objectieve, en de chaos een hogere orde, voor de ontwaakten. De slapenden zouden gewoon doorslapen, of er hevig van in de war raken, misschien wel als de naderende ontwaking. De ongod was gekomen. Niemand kon de ongod nog stoppen. De spelletjes van de goden die de mensen hadden gemaakt waren ten einde gekomen. Zij die nog steeds dachten god in een doosje te hebben waren alreeds bedrogen door de ongod, en waren slechts een speelbal in zijn papier industrie. 'The joke is on you.'
346 Online Touch Home