200

2 Zie, Ik maak u klein onder de volken: gij wordt diep veracht. 3 De overmoed van uw hart heeft u misleid, u, die woont in rotskloven, in uw hoge woning; die bij uzelf zegt: Wie zal mij ter aarde neerhalen? 4 Al zoudt gij uw nest zo hoog bouwen als de gier, ja, al was het geplaatst tussen de sterren, vandaar zal Ik u neerhalen, luidt het woord des Heren. Klein worden is belangrijk en een eigenschap van het minderen, wat ervoor zorgt dat de mens deelheeft aan het uitverkoren geringe en ellendige, verstrooide volk van Zefanja. Zefanja kwam voort vanuit de geslachtslijn van Kushi, wat Ethiopier betekent, de hongerende, de met de aarde bedekte. Deze camouflage heeft de eenling nodig op het smalle pad. De eenling moet weg uit de openbaarheid. De eenling moet komen tot de nacht, tot het vreemde. Calvijn stelde dat Edom veel teveel vertrouwen had. Ook Edom zou onderworpen moeten worden aan het vreemde. Niet vertrouwen, maar het heilige vreemde ontvangen. Dat begint met de worsteling op Pniël. Telkens weer wordt er op het belang van Jakob gewezen. Jakob en Ezau horen bij elkaar. Adam werd tot Edom, tot het ruige Ismaelitische wildernis volk, in vijandschap met iedere andere man, maar Jakob streed met God. Jakob is een belangrijk onderdeel van Ezau, van Edom. Edom moest onderworpen worden aan het huis van Jakob, oftewel aan Rebekkah, oftewel aan Bakkah, Mekka. Dat is waar de bedevaart naar Mekka voor staat, één van de zuilen van de islam. Ismael moet onderworpen worden aan Rebekkah, het heilige vreemde. Abadja stelde dat het gehele huis van Edom zou moeten sterven (:18). Edom zou ingenomen worden. Alle vertrouwde wijsheid en zou moeten vergaan oipdat het heilige vreemde zou kunnen komen. 8 Zal Ik niet te dien dage, luidt het woord des Heren, de wijzen uit Edom doen vergaan, en het inzicht uit het gebergte van Esau? 9 Ook uw helden, o Teman, zullen verschrikt staan, opdat alle man van het gebergte van Esau door een slachting worde uitgeroeid. 10 Wegens de gewelddaad aan uw broeder Jakob zal schande u bedekken, en gij zult voor altoos worden uitgeroeid. De mens moet terug de rivier over tot het vissersstrand, waar de vissen verzameld worden voor het grote oordeel. Alleen zo kan de mens een eenling worden en een eenling blijven. Het vreemde is zelf ook nomadisch, want anders zou het het vreemde niet meer zijn. De Israelieten werden in de wildernis geleid door een nomadisch barbaars visioen als een wolk (Hebreeuws). In het Aramees was dit de god(in) van de nomaden. In die zin is de bedevaart tot Bakkah (rebekkah, mekka) eeuwig, als het nomadische pad (Exodus 40:36-37). Er is in die zin ook onderscheid tussen de jeremiaitische Mozes en de hananjaitische Mozes. De hananjaitische Mozes leidt tot de materialistische tabernakel in overmoed, maar de jeremiaitische Mozes leidt tot de demonologische tabernakel in de wildernis, door geduld en het vreemde. De demonologie was absolute noodzaak, anders zouden de overgebleven demonen ervoor zorgen dat ze niet verder zouden kunnen komen, en het zou hen tot een strik worden : Numeri 33 55 Maar indien gij de bewoners van het land voor uw aangezicht niet verdrijft, dan zullen degenen die gij van hen over laat, tot dorens in uw ogen en tot prikkels in uw zijden zijn, en zij zullen u benauwen in het land waarin gij woonachtig zijt. 56 Dan zal Ik met u doen, gelijk Ik gedacht had met hen te doen.

201 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication