Ismaeliet. Hij ging geheel de rivier over, net als Siva, om te komen tot een geheel andere tent, van de tentgodin, Parvati. Ook Ezau ging tot de vreemde vrouw. Ezau ging door de droge jumada maanden, om zo te komen tot de rajab maand van de ontwapening, waarvan de tranen een beeld zijn. Een mens die huilt wordt ontwapend. Het is een diepe ontlading. De mens moet loslaten. Ezau moest huilen, anders zou hij nooit tot het vreemde kunnen komen. Hij moest alles van de stad loslaten. Door het huilen komt de mens weer terug tot de wildernis en het vreemde. Dan voelt de mens zich weer heel anders. De verstoting is wreed, maar dan zal de vriendelijkheid van het vreemde de mens ook weer verbazen. De natuurwreedheid is uiteindelijk zoet, als een moederlijk instinct om haar kind te beschermen. De moeder moest het kind wel uitschakelen, want het kind had een valse identiteit gekregen. Zo neemt de moeder het gevaarlijke speelgoed weg. Alles stroomt, alles zal ook weer voorbij gaan. De mens mag daarom kijken naar de natuurrivier wanneer hij met verworpenheid in aanraking is gekomen. Het is niet het einddoel, maar slechts een onderdeel van iets veel groters. Ieder mens is gelijk. Ieder mens gaat door hetzelfde heen en moet door hetzelfde heen. Daarvan is het communisme een symbool. Het zijn archetypes. Alles moet gezien worden vanuit de grotere context, en alles moet benaderd worden vanuit de grotere context. Laat het zo altijd weerklinken in je gedachten, waarin de grotere context het klankbord is voor alles wat je denkt. Ezau kwam tot drie vreemde vrouwen : Adah – sieraad (de shawwal maand van de logistiek) Bashemath – het zoete, of zoete geur (vgl. het suikerfeest als schakel tussen de ramadan en de shawwal maand) Oholiybamah – nomadische tent in de wildernis, tent van de moeder schoot, wat in de wortels ook aanbiddingsplaats van een cultus betekent (vgl. bakah, mekka) jumada maanden – droogte, woestijntocht, de bedelkom van ezau het wonder van de vrouw rajab – ontwapening, de tranen van ezau shaban – afzondering, de verstoting van ezau ramadan – vasten, minderen, de honger van ezau het suikerfeest shawwal – logistiek, opname, het sieraad van ezau dulqida – geoefenheidheid, bezit zijn, de kus van ezau dulhijjah – bedevaart naar bakkah, het vreemde, de ballingschap van ezau Ezau, esav in hebreeuws, is suw in het aramees, komende van het Egyptische sa, sw, die samen met Re door de onderwereld ging. Sa, sw, betekent kennis, onderscheiding, bewustzijn, en sprak voor Re de poortwachters aan in de uren van de nacht. Altijd weer was sw aan Re's zijde. Ook staat hij voor schepping, creativiteit. Altijd weer is dit de ontwapening van Re, de tranen van Re, waardoor hij uiteindelijk door de poorten kwam, oftewel de tranen van Ezau, de huilende Ezau. Re verandert in de litanie van re ook in de huilende. Sw is de ingewijde in het mysterie van de tranen. Re kon alleen winnen door de ontwapening. Als de islamieten het hebben over Isa, over de islamitische Jezus, dan wijst dit in principe ook gewoon terug naar Esau, die een jezus van het OT was, de
237 Online Touch Home