347

een stommeling om te geloven dat hij zijn vader was en dat dit allemaal van God zou komen. Van schrik richtte Izaak zich toen tot zijn innerlijke bron, het hogere. Abraham was blij dat Izaak nu inzag dat hij een monster was, zodat Izaak zijn ware relatie met de ware bron niet zou verliezen. Ook Sarah was tot een monster gemaakt, haar borsten zwart gemaakt, opdat Izaak dus niet meer terug zou gaan tot het materiële. Hij zag nu wat het was, zoals ik ook eens een kinderdroom had over dat de vader en moeder in monsters waren veranderd. Zij waren henzelf niet meer. Er waren geen herkenningspunten meer. Izaak moest zijn moeder verliezen. Hij mocht geen moeder meer hebben, want die was alleen binnenin. Izaak kon niet spreken over wat er was gebeurd. Schopenhauer was als de Calvijn van de Duitse filosofie : de wil van de mens moest eraan. De mens moest zijn vrije wil weer inleveren, opdat de hogere uitverkiezing van de natuur, die uit principe zeer selectief was, zoals Darwin stelde, kon komen. Het was iets heel eigenaardigs, zoals Fichte al stelde. Het was niet het bekende, maar onbekende, het vreemde. Het zou tegen het denken van de mens ingaan. Het was dus meer iets metaforisch, niet iets letterlijks. Hiermee werd een oude waarheid van het germaanse opgegraven : de walkuren zouden alleen diegenen opnemen die aan hun wil op het strijdveld waren gestorven. Ze lieten zich hierin niet bedriegen door uiterlijke vormen, want dan zouden ze zelf uit de hemel vallen. Er zaten dus geen Miepen tussen de strijdgodinnen die vielen op stropdassen van de man, of een man uitverkozen als hij een grote auto had, of veel geld, maar ze keken ernaar of hij sober genoeg was geweest, ascetisch genoeg, of hij een eenling was die niet achter de massa's aansjouwde. De walkuren (of valkyries) waren dus gewoon puur de natuur principes zelf die de man in zichzelf moest ontwikkelen en moest oefenen. Dat is de ware betekenis van 'het hebben van een vrouw', zoals het deze diepere betekenis ook heeft in de islam waarin de strijder in het paradijs 72 maagden wordt beloofd. Laten ze zichzelf niet voor de gek houden hiermee. Dit zijn metaforen van filosofische principes die de mens in zich moet ontwikkelen. De vrouw bestaat dus helemaal niet, maar is slechts een metafoor ergens van. Niemand is zomaar vrouw of man. Er wordt hier een diepere filosofische taal gesproken, een ontaal. De mensheid heeft het niet begrepen en blijft maar achter schaduwen en weerspiegelingen aanrennen. Dat is de tragiek van de stad. 'Kijk nou eens wat voor vrouwtje ik me op de kop heb kunnen tikken.' … 'Ja, maar ben je ook innerlijk veranderd ?' Ben je gewoon volwassen, dan ben je nog gewoon een kind. De mens moet niet slechts volwassen worden. Dat is een domhoudertje en een zoethoudertje. De mens moet filosofisch worden. Ik zag een Davidster met een doodskop erin. Na Israel komt Duitsland. Na religie komt filosofie. Dat is het ware, metaforische offer van Izaak, om zo tot zichzelf te komen. De nazi's hebben dit verletterlijkt en zo totaal verkeerd voorgesteld, materialistisch. 1900 werd de eeuw van het materialisme wat hard, heel hard, terugsloeg. Daarom moet de mens weer terug tot de verloren fundamenten van de jaren 1500 tot de jaren 1800, van Luther tot Nietzsche. Daarin is heel wat te graven, daarin is heel wat te spitten. Heel wat te zaaien. Ja hoor, nazi's : Na Israel kwam Duitsland, maar hoe ? Nietzsche waarschuwde al tegen jullie. De put van Kierkegaard ging diep. Ik had een terugkerende nachtmerrie als kind zijnde dat ik in een put kwam tot een dal vol schedels en doodsbeenderen. Ik hoorde dan bellen, en zag kinderen geworpen worden in het water. Moeten we dan het kind met het badwater wegwerpen ? Dat hebben de nazi's gedaan. Ze hebben de Duitse klassieke filosofie verkracht. In die nachtmerrie waren de deuren van mijn slaapkamer heel ver weg. Stemmen als donder en bliksem. En vreemde gevoelens in mijn mond, in mijn gehemelte. Het begon allemaal

348 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication