399

rouwklacht over een enig kind, ja, zij zullen over hem bitter leed dragen als het leed om een eerstgeborene. Zomaar gedachten zijn levensgevaarlijk. Ze moeten getoetst worden aan de hogere kennis. Het gaat niet om gedachten, maar kennis, en kennis komt in structuren, in het Woord, Rebekkah, waarvan tenten en kampen in de wildernis ook een beeld zijn. Hier gaat het derde nachtgezicht van Zacharia over : Zacharia 2 1 En ik sloeg mijn ogen op en ik zag toe, en zie, een man met een meetsnoer (Aramees, swt) van psalmen in de hand (beoordeling van psalmen, heilige literaire structuren). 2 Toen vroeg ik: Waar gaat gij heen? En hij antwoordde mij: Ik ga Jeruzalem opmeten en zien hoe groot zijn breedte en lengte zal zijn. 3 En zie, toen de engel die met mij sprak, naar voren trad, ging een andere engel hem tegemoet, tot wie hij zeide: 4 Snel heen, spreek tot die jongeling: als een open plaats zal Jeruzalem daar liggen vanwege de menigte van mensen en vee daarin. 5 En Ik zelf, luidt het woord des Heren, zal haar een toets-muur (Aramees, urim-muur) zijn rondom, en een psalm (Aramees) binnen in haar. Dit is de tot standkoming van het Woord, door het toetsen. Het Woord bestaat uit psalm-structuren die de mens verbinden met de wilderniskennis, waarin de wilderniskennis is opgeslagen. Als de mens niet leert toetsen en meten, komt de mens nooit tot het Woord. In het Hebreeuws komt het hier neer op het meten van de leegte (breedte) en het geduld (lengte). Rebekkah, of Bakkah, als de oorspronkelijke naam van Mekka, is hiervan een beeld, waar Ishmael uiteindelijk naartoe ging toen hij verstoten was en op hongertocht door de wildernis ging. Dit Woord is in diepte strijdvaardig en strategisch, als een oorlogsgodin, ook wel Bakroe genoemd in de Bilha. Het is het bindende element, wat ook als Delilah wordt beschreven in de Bilha. Delilah staat voor de verstrikking door de natuur. De mens is stads geprogrammeerd, geconditioneerd, en is laks. Delilah staat voor de grote verwarring, maar de mens moet er doorheen om tot de diepere schepping te komen, de diepere natuurcodes. Delilah is een jager, een strikster, wat ook de woordbetekenis is van Rebekkah. Rebekkah, of Bakroe, wordt in de Bilha beschreven als de oudste dochter van Bilha. Daarom gaat het vierde nachtgezicht van Zacharia ook over Jozua wiens edele deel (rosh) gebonden wordt, wat door hoofd vertaald kan worden, begin, of geslachtsdeel, waar ook het boek Jozua over gaat, over het rode touw aan de toren. Het geslachtsdeel van de man moet weer gebonden worden, richting krijgen, want de mannelijke en vrouwelijke waarden waren omgewisseld. Dit wordt ook door de Koran gesteld, en daarom moet het Zolt tijdperk komen, zoals de tweede bijbel stelt, voor de ware betekenissen en waarden van man en vrouw. Dit tijdperk zal beginnen met de grote verwarring. In de Koran komt Bakroe of Rebekkah als de voortijdse wortelen van boek 2, Baqara. Dit boek stelt dat geduld de weg is om binnen te gaan (vers 45). Het boek stelt ook dat de Koran werd gezonden in de ramadan maand als richtsnoer. De ramadan maand is de honger maand, de maand van het minderen (vers 185). Zo kwam Ismael uiteindelijk tot Bakkah, mekka, oftewel tot Rebekkah, het vreemde Woord. De mens moet de hongertocht van de ramadan geheel volbrengen en kan dan pas tot de vrouw ingaan (vers 187). Eerst moet dus de nacht vallen, als beeld van het kruis. Zonder het

400 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication