Kennis slaat haarzelf op door de medeklinkers. Daarom is het belangrijk naar de medeklinkers te kijken en de weg terug te volgen. Zo liggen ook de lijnen door de bijbel gecodeerd. Een voorbeeld hiervan is Ruth en Na-ami. Judea was in hongersnood, en Na-ami en haar gezin trokken naar Moab, waar zij Ruth ontmoette, die haar schoondochter werd. Zowel Na-ami als Ruth werden weduwe, en zij trokken terug naar Judea. De hongersnood is een beeld van het minderen. In de voortijd ging het zo : Ruth, rt, staat voor de aretaïet, rt, en Na-ami staat voor Name, de kennis. Ruth ging naar de dorsvloer en legde zich neer aan het voeteneinde van Boaz, en viel daar in slaap, als de OT Maria die aan de voeten van Jezus zat. Boaz was de losser voor een zwagerhuwelijk, sinds haar eigen man was overleden. Boaz is ook de naam van één van de pilaren van het voorste gedeelte van de tempel van Salomo, de tempel van de moeder, als beeld van de moederschoot. Ruth betekent 'lust tot kennis, gnosis' in de worteltekst. In het Aramees is dit vallen van Ruth het vallen in de oorlog, als een beeld van de man die in de amazone oorlog valt aan de voeten van de vrouwelijke krijger, om zo door haar ingewijd te worden tot de gnosis. Dit is dus ook weer een Pniëlitische metafoor, wat we dus kunnen vergelijken met Jakob op Pniël. 'Nee, Liesje's voetjes mogen niet vuil worden, want dan lijkt ze op een neger,' en daarom kijkt het nogal typische verschijnsel 'de christen' niet verder dan z'n neus lang is. 'Oh, het staat in het boekje, wordt overal gebruikt, dus zal wel waar wezen.' Het zijn belangrijke boeken, komen telkens weer langs, maar de christen kent de diepere betekenis niet. De christen kent de voortijden niet, want de schepping is nogal jong, en werd in zes letterlijke dagen geschapen, terwijl het in het Hebreeuws ook tijdperken kunnen zijn. De christen houdt zichzelf ongeleerd, anti-areta, blijft aan de oppervlakte 'waar het niet vies wordt'. De ontzegeling van Esther : str, zaad-oru : zaad is een voortijdse naam van de godin die haar ellebogen heeft gespreid als een kruis waarin de man wedergeboren kan worden. Oru komt in de bijbel voor als de Urya, leeuwinnen in het Aramees, in het boek Job, als een beeld van de woeste natuurvrouwen, oftewel de donkere kennis van het kruis. H'man is de verdraaiing van nm, Name, en die wil dat iedereen voor hem buigt, en omdat de Joden dit niet deden moesten ze uitgeroeid worden. H'man kwam echter aan zijn eigen paal te hangen. De ontzegeling van Habakuk : H'bakuk, of H'bakkah, de oorspronkelijke naam van mekkah, wijst ook terug op Rebekkah, het Woord. Habakuk 3:3 (Septuagint) : God komt van Teman en de Heilige van het gebergte Paran. sela. Zijn Areta (geleerdheid) bedekt de hemelen, en de aarde is vol van zijn lof. Habakuk 2:14 : Want de aarde zal vol worden van de kennis van des Heren heerlijkheid, kabowd, gelijk de wateren die de bodem der zee bedekken.
396 Online Touch Home