tussen gevaren, dus angst is als een soort ontwaking, een wedergeboorte, en die trekt de mens tot de vrijheid van een ander leven, de verdiepte werkelijkheid. Het eenstemmige robotisme van Fichte begon de mens in te sluiten, maar het moest nog genuanceerd worden. Wat was het ? Het zou zich gaan verletterlijken, veralgemeniseren en materialiseren als het communisme in de jaren 1900, maar ook zou het zich gaan nationaliseren en monopoliseren als het nazisme. Het persoonlijke karakter zou totaal vernietigd worden, en ook de metaforische waarde ervan, en daarom kwamen Schopenhauer en Kierkegaard opzetten. Ook zij konden dit verval niet stoppen. Er was veel meer nodig dan dat, maar de mens zou wel terug moeten keren tot het Fichte apparaat door Schopenhauer en Kierkegaard. Verkooplustige criminelen waren namelijk met het Fichte apparaat op de loop gegaan. Niet dat Fichte hier niet tegen gewaarschuwd had. Fichte haatte het klasse systeem, en sprak dat zij die heer en meester willen spelen over anderen zelf tot slaaf worden. Fichte had het machtige visioen van de gelijkheid der mensheid gezien, als een natuurverschijnsel, maar de wet van de dialectiek eiste dat er dan eerst een tegenstelling zou komen, anders zou dit verschijnsel nooit overleven en zich nooit kunnen ontwikkelen. Fichte stelde dat in de dialectiek het ik als tegenstelling het niet-ik had, de massa's, die dus niet zelfstandig konden bestaan, maar alleen als een tegenstelling van het ik. Door deze tegenstelling ontstaat er dan kennis. Achter het niet-ik ligt ook weer een hoger ik verborgen, op een plaats waar alles hetzelfde is, alles op dezelfde manier beweegt, en alles dezelfde vermogens heeft, en zo dus alles gelijk is. Het heeft een robotische nauwkeurigheid, een natuurprecisie. Fichte kwam dus nogal met een apparaat aanzetten. Ook Fichte was ver voor zijn tijd en werd vaak niet begrepen. Wat een opschudding gaf dat in alle lagen van de bevolking, dat Fichte zomaar durfde te zeggen dat alleen het ik bestond, en niets anders. Ze dachten allemaal dat hij het over zijn eigen ik had, terwijl hij het over het ik als diepere dynamiek had, dat wat verantwoordelijkheid moest dragen, het persoonlijke, de zorg. Hij werd dus veel bespot om zijn stellingen. De mens was beledigd, omdat Fichte durfde te zeggen dat ze niet bestonden, slechts hij, hij alleen bestond. In de realiteit had Fichte het gewoon over een bepaalde vorm van bewustzijn. Fichte stelde in de overgang tussen 1700 en 1800 dat er een hoger ik was waarin alles was vastbesloten en dat er daarbuiten dus geen god was, maar dat dit ook in het hogere ik lag. Wat was er gaande ? In de jaren 1500 rekende Luther af met het materialisme van de katholieke kerk, zorgde ervoor dat de mens ontwende van de moederborst. Dat was de geboorte van het protestantse systeem. De man stond nu op zichzelf, en werd zelf tot vader. Het was een teken van de tijd, dat de mens na het metaforische tijdperk tot het eenlingenschap moest komen om deze metaforen te kunnen verdiepen in het zelf, de eigen verantwoordelijkheid. Dit liep dus uit op de komst van Fichte en het eenlingenschap van de jaren 1800. Kierkegaard schreef over Abraham die zijn zoon Izaak moest offeren, oftewel van de moederborst moest laten ontwennen. De moederborst moest hiertoe zwart gemaakt worden, oftewel duister, opdat het kind het niet meer zou vinden, opdat het kind alle kennis in zichzelf zou vinden en zo zou overleven en niet door projectie ten onder zou gaan. Zou dit niet gebeurd zijn dan zou het kind verlammen. Dit was dus geen daadwerkelijke offering, maar slechts symbolisch. De katholieke kerk, als beeld van de moeder, moest het kind dus wel loslaten. Met de komst van Fichte en de jaren 1800 kwam deze verstoting die al in de jaren 1500 gebeurde tot een hoogtepunt.
343 Online Touch Home