Het volk werd in tweeen verdeeld : De ene helft stond bij de berg Garazim, wat piercings, besnijdenis betekent, als een beeld van het minderen en hongeren en de andere helft stond bij de berg Ebal, naaktheid. Naaktheid is een beeld van profetische openbaring, profetologie, door het minderen. Toen Jozua Ai had verslagen, wat verdraaiing betekent, bouwde hij een offerplaats op de berg Ebal. Men komt dus telkens tot Ebal, profetisch leven, door Garazim, het minderen (besnijdenis). In Numeri 15 gaat het over de sabbatschending. De sabbat is de dag van het vasten op het werken, als beeld van het minderen. Ik zou zeggen dat dit een bewustzijns laag is van het minderen, van de leegte, waaruit een mens behoort te leven, en niet zomaar een dag in de week. Daarom wordt er ook gezegd dat het van belang is de eeuwige sabbath binnen te gaan, de eeuwige rust. Het is dus symbolisch, en zo ook de straf op de sabbathschender is symbolisch. Die werd ter dood gebracht door steniging, maar in de grondtekst is dit ook weer het sterven van de hongerdood. De steen doet ons minderen, maakt een lek opdat al het overbodige kan wegstromen. Het gaat hier dus over het meerderend, opgeblazen, overmoedige ego wat moet sterven. De eigenlijke exodus of uittocht, zoals bij Ra in de tocht door de onderwereld in de Egyptologie, is niet zomaar iets lijnrecht eruit gaan en dan maar door blijven rennen en niet meer omkijken, maar het is een cyclus, dus erin en eruit om het te verdiepen. En dat geeft ook een zekere rust, een zekere sabbathsrust, want de mens moet leren strategisch en creatief te minderen, en niet een op hol geslagen extremist worden in deze dingen. Het gaat dus niet om een 'ja' of een 'nee', maar om een 'hoe'. Dat is de logistiek. In het boek der poorten komt Ra net als de Israelieten in de wildernis terecht. Het is een verborgen plaats, verborgen van de aarde. Mozes liet het volk een paal met een slang zien in de wildernis, als teken van genezing en bevrijding, en die symboliek had hij in Egypte geleerd, waar hij was opgevoed. In het boek der poorten komt Ra tot een paal met een jakhalshoofd erop, wat heenwijst naar Anubis, de gids van de doden, de belofte van profetische leiding dus, en dan komt hij tot een paal met een ramshoofd erop, wat heenwijst naar Khnum, de schepper, als beeld van vruchtbaarheid : wedergeboorte en opvoeding. Ook de slang is bij Ra om hem op zijn tocht te beschermen, zoals de slang bij het volk Israel was voor dezelfde symbolische reden. De slang speelde een grote rol in de uittocht van het volk Israel. Denk aan de staf van Mozes die in een slang veranderde. De slang is een beeld voor het touw, oftewel de grenzen van de mens, de logistiek. De mens moet in verbinding staan met de hemel, de hogere wereld. Dan is er een poort bewaakt door verschillende slangen en met een heleboel messen, wat de besnijdenis inhoudt, oftewel het minderen. Alleen de mens die mindert kan door deze poort, dieper de wildernis in. Ook Ra ging hier doorheen. Uiteindelijk zal dit dus leiden tot diepere openbaring, want dat is altijd de vrucht van het minderen. De Egyptische teksten laten zien dat we alleen door deze poort kunnen gaan door veel geween, oftewel door verbrokenheid. Dat was ook het lijden van het volk Israel en het lijden van Jezus aan het kruis, waardoor hij door deze poort ging tot de diepere onderwereld, of diepere wildernis. Het touw waarmee de boot van Ra wordt voortgetrokken gaat dan heen door een buis met twee runderkoppen. Het rund is een beeld van dood en opstanding, tot dienstbaarheid aan de hemel, en hierdoor moet Ra heen, zoals later ook Jezus door dood en opstanding heenmoet ten dienste aan de
380 Online Touch Home