352

snel conclusies trekt, ook veel te snel sex wil hebben en sex heeft. Het is allemaal parasitair, en er is geen oog meer voor de kunstvorm die erachter ligt. Weet de mens wat zijn voeten betekenen ? Weet de mens wat de fallus betekent, en de vagina, oftewel de Kant, 'cunt' in het Engels ? De voeten zijn de verzekeringen. Maar de mens verhinderd zijn voeten niet om zich daarin te verdiepen. Kant wees er op dat er een verborgen synthetische werkelijkheid was. Die kon de mens niet zomaar binnengaan. Alles moest maar snel snel bij de mens, en zo fabriceerde de mens een eigen werkelijkheid en drong dat aan de ander op. Ze drongen dus hun synthese op aan anderen, wat gelijkstaat aan mentale verkrachting. Kant stelde dat er daarom gekeken moest worden naar het object beseffende dat het niet de ware substantie was, maar een sluier. Deze revolutionaire benadering opende de poorten van de verborgen natuur, maar er kwam dan ook een pseudo-Kant die langs alles heenleefde. Je kan dus op twee manieren langs iets heenleven, door geestelijk, verdiepend, filosofisch te leven, persoonlijk, of door onpersoonlijk en onverschillig te leven, wat dan pseudo-Kantiaans zou zijn. Er werd dus een poort geopend, maar er gingen ook een heleboel valse poorten tegelijkertijd open voor geesten die de Kantiaanse filosofie zouden verkrachten en verdraaiien. Ze zouden zo een pseudo-werkelijkheid maken. Tijd en ruimte zijn synthetische verschijningsvormen, stelde Kant, maar niet het ding zelf. De mens moest dus door die sluiers heengaan. De wereld moest ontsluierd worden, en daartoe kwam Kant. Kant zei dat het kenvermogen tot een hoger niveau moest komen, namelijk de rede. Mensen hadden de zintuigelijke waarnemingen omgezet tot begrippen en zo tot oordelen, maar dat ging helemaal verkeerd. De mens moest boven deze objectieve kennis uitstijgen door de rede, wat in de gnosis de logos wordt genoemd, wat soms ook god genoemd wordt, of in dit geval juist de ongod, omdat er teveel pseudogoden zijn zodat je eerst een helder begrip moet krijgen van de ongod. Het gaat in Kant's filosofische stelsel niet om starre, dogmatische kennis, maar om reflecterende kennis, kenvermogen en oordeelsvermogen die ook religieus en ethisch geladen is. Newton stelde al dat er teveel muren worden gebouwd en te weinig bruggen. Daarom moet het kenvermogen kunnen reflecteren. Het moet een feedback kunnen geven aan alle bestaande systemen. Zo kunnen er ook weer lagere vormen wegvallen wanneer er hogere verbindingen komen. Door de reflecterende kennis kan er zo samenhang en context worden waargenomen. Alles moet telkens weer getoetst worden aan de hogere rede, en omdat de mens dat als zodanig niet kan moet de mens minderen tot robotisme. De mens moet komen tot het natuurautomatisme. Niet alle natuur automatismes zijn goed, dus daarom moet de mens eerst de absolute leegte in om aan zichzelf, zijn lagere vormen, te sterven, aan zijn wil ook, zoals Schopenhauer stelt. En Kierkegaard stelde dat de mens daarvoor tot gezonde vrees moest komen. De mens is te lichtzinnig en reflecteert er maar op los. De jaren 1800 moesten daarom gezonde voorwaarden stellen om het prikkeldraad te leggen om de Kantiaanse filosofie heen, want er werd inmiddels al flink misbruik van gemaakt, wat zijn hoogtepunt kreeg in de jaren 1900. De mens die niet aan zichzelf wil sterven kan geen ware filosoof worden, maar blijft gewoon een kind of een pseudo-volwassene, al dan niet pseudo-filosoof. Deze lijnen trekken dwars door de kerk en de new age heen. Niemand ontkwam dus nog aan het Kantiaanse fundament en model, zowel in goede vorm als in pseudo-vorm. De magie van Kant moest begrepen worden. Het begrip van potentieel gevaarlijke apparaten zoals die van Kant is essentieel. In intellectuele kringen werd Kant's filosofie standaard voedsel in de keuken. Dat ging ook niet zomaar meer weg, maar werd alleen maar verder verdiept. Immanuel Kant (1724-1804) was immers de grote verlichtingsfilosoof. Kant was zo'n beetje de Michael Jackson van de filosofie.

353 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication