concierge. Hij noemt het ook het ambt van de huishouding. Zondag 31 is dus een hemelse huisvrouw, zoals Parvati dat is in de Indische theologie. Ursinus zegt hierover : 'Deze macht of dit ambt der Gemeente wordt aangeduid door de woorden binden, ontbinden, opendoen en toesluiten, omdat ze krachtig en bondig is. Want ze geschiedt door het Woord van God.' Mensen die dus de sleutels verkopen hebben deze geestelijke macht niet. De ware geestelijke rechterlijke macht is dus van de geestelijken, omdat het tot de demonologie behoort. Dit wordt ook wel het kerkelijk recht of de kerkelijke tucht genoemd, en dit is dus verbonden aan het Woord, oftewel de studie. Hiertoe moet dus de studie opname van Zondag 30 plaatsvinden. Veelal grijpt de vleselijke mens te snel naar werk, zodat het vleselijk werk is, en heeft hierin geen genoeg fundament van studie, van het Woord, waardoor het een valse studie opname is, en een gebrek aan lijdens opname. Dit zijn vaak heerszuchtige mensen die niet kunnen wachten, niet willen wachten. Dit is in de demonologie illegaal, en hier komt de kerkelijke tucht over. Het is dus ook een valse werk opname die dan plaatsvindt. Al met al zijn dan hun sleutelen ook vals, die ze dan proberen door te verkopen in een crimineel netwerk. Ze bouwen hun eigen scholen en eigen regeringen en noemen het dan legaal. Dus deze leugen kent geen einde, maar zal vallen door het kerkelijk recht, door zondag 31, want ze zullen in de hemelen niet worden gehuisvest. Het is slechts geestelijke huisvestiging op grond van een vleselijke opname. Daarom kennen zij ook geen daadwerkelijke autoriteit, maar slechts in vormen en uiterlijkheden die tijdelijk zijn en wegstreepbaar. Ursinus noemt hen die ongeestelijk en wereldlijk het recht hanteren terwijl zij geen hartenkenners zijn 'aanmatigers', en zij dienen zich van zulk 'recht' af te keren. Een geestelijke matigt zich ook nooit recht aan, maar maakt alleen gebruik van recht, omdat deze door God (gnosis) gegeven wordt. Menselijke systemen kennen geen harten. Alleen God kent de harten. Het is allemaal aanmatiging. De mens doet geen of gebrekkig onderzoek en verkoopt dan het recht of veilt het voor de hoogste bieder. Dit is een grote gruwel die het Woord rechtsverkrachting noemt, door het aannemen van steekpenningen. Vermeer stelt dat dit een oorlog is tussen het zaad van de slang en het zaad van de vrouw. De vrouw heeft door het bezit van een baarmoeder daadwerkelijke kwaliteiten van huisvestiging, terwijl de slang bedrog pleegt. Vermeer wijst erop dat Saul het koningschap verloor toen hij op eigen houtje, buiten het Woord om, ging lopen offeren, zonder de regels van het dogma hiertoe in acht te nemen. Samuel bestrafte hem en zei dat hij dwaas had gehandeld en zo niet meer de macht kon hebben, wat toen overgedragen werd aan David (I Samuel 13). Ook noemt hij het voorbeeld van Uzzia die door zijn macht hoogmoedig werd en zomaar buiten het Woord en de regels van het dogma ging lopen offeren op het reukofferaltaar en daardoor zijn koningschap verloor (2 Kronieken 26). Hij werd door zijn valse offer ook nog eens toornig op de priesters. Vandaag de dag worden geestelijken vervolgd door de geest van Uzzia die het altijd beter denkt te weten, zonder de regels van het dogma te kennen. Dit gebeurt door de wereldlijke en gedeformeerde macht. Vermeer stelt dan : “Elk mens toch zoekt heerschappij en rang, en het is een schande, dat kerkelijke personen, die geen aardse rang hebben, deze somtijds evenwel aannemen van degenen, die wel in hoogheid zijn. Ja, die er soms zo spoedig bij zijn om vanwege hun geestelijk ambt uitwendig geëerd te worden. Jezus zegt het anders (Matth. 20:26): "Die onder u zal willen de eerste zijn, die zij uw dienaar."
103 Online Touch Home