119

Zondag 40. Vraag 105: Wat eist God in het zesde gebod? Antwoord: Dat ik mijn naaste noch in gedachten, noch met woorden of enig gebaar, en nog veel minder door daden, hetzij zelf, hetzij door tussenkomst van anderen in zijn eer aantast, haat, kwets, of dood; maar dat ik alle wraakzucht laat varen; ook mijzelf geen kwaad berokken of moedwillig in gevaar begeef. De overheid (de engelen) draagt dan ook het zwaard om doodslag te verhinderen. Vraag 106: Maar dit gebod lijkt toch alleen over de doodslag te gaan? Antwoord: Door de doodslag te verbieden, leert God ons ook dat Hij de wortel van de doodslag, zoals afgunst, haat, toorn en wraakzucht, verafschuwt en dit alles voor doodslag houdt. Vraag 107: Maar is het dan genoeg als wij onze naaste, zoals gezegd, niet doden? Antwoord: Nee, want door afgunst, haat en toorn te verbieden, gebiedt God onze naaste lief te hebben als onszelf en hem met geduld, vrede, zachtmoedigheid, barmhartigheid en vriendelijkheid te bejegenen, wat hem schaden kan zoveel mogelijk tegen te gaan en ook onze vijanden goed te doen. Omdat er het gebod 'gij zult niet doodslaan' is is het dus totaal onmogelijk voor zowel Joden als christenen om dieren te doden en te eten. Zij die dit wel doen zijn dus geen Joden en ook geen christenen. Laten we eerlijk zijn. Joden nemen de offerdienst ook niet letterlijk, omdat in de grondteksten het hier om het vlees gaat, om zonden, die opgeofferd moeten worden. Zo kunnen we die teksten dus ook opvatten. Smijtegeld zegt hierover : 'God, als de mens gezondigd had, slacht Hij beesten (oftewel de zonden, zoals het in de grondtekst ook staat), en trekt hun rokken aan van die vellen; en God stelde ook orde om beesten (zonden) te offeren, zoals u dat doorgaans in het boek Leviticus, meest het gehele boek door, leest. God gaf ook een Sacrament; het Paaslammetje (het zondig vlees) moest geslacht worden, en dat moesten ze eten met hun gehele huis, en als het voor hente veel was, dan moesten ze dat met hun buren eten, Exod. 12: 3,4; daar moest niets van overblijven. De Heere Jezus zei ook: bereidt het Paasfeest, Ik heb grotelijks begeerd, dit Pascha met u te eten, eer dat Ik lijd, Luk. 22: 15.' Een sacrament is altijd iets symbolisch. Er wordt geen letterlijk lam geslacht. De psychopathische, gedeformeerde kerk heeft dit altijd wel letterlijk, en dus vleselijk gedaan, want het vleselijke kan het geestelijke niet verstaan. Dat is de tragedie van de gedeformeerde kerk, dat zo door haar gebrek aan onderwijs kinderen werden grootgebracht met het eten van letterlijk vlees, terwijl het zinnebeeldig was bedoeld. 'Waar kennis ontbreekt verwilderd het volk.' Ursinus stelt bij zondag 40 : 'Evenzo moeten wij vermijden, dat wij door allerlei overdaad van brassen, drinken, hoereren, vleselijke lusten, en zo ook door gevaarlijke reizen, Hand. 27, en door tal van andere soortgelijke dingen,onszelf niet willens en wetens letsel bezorgen, verderven en ten onder brengen.En deze en soortgelijke zonden, die daartoe heel gemakkelijk kunnen leiden, verbiedt God in dit zesde gebod.'

120 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication