zoekende die hij zou mogen verslinden. Hij is zo machtig. (…) Hij is zo listig, dat hij altijd kent de zwakste plekken van ons hart. (…) De duivel gaat in zijn aanvechtingen ook heel methodisch te werk (psychiatrie, dentistrie, etc.) Hij loert op de kerk des Heeren, die vooral in de laatste dagen heel wat te verduren krijgt. Als de antichrist komt en de gelovigen zal boycotten. Daarom wijst de belijdenis ook op de aanvechtingen van de duivel.' artikel 4 Daarom moeten zij voortdurend waken en bidden. Indien zij dit niet doen, dan kunnen zij niet alleen door het vlees, de wereld en de duivel in zware en ook gruwelijke zonden meegesleept worden. Feenstra stelt bij dit artikel dat hoe machtig en hoe arglistig het vlees ook is, God's macht is veel meer. artikel 5 Met grove zonden vertoornen zij God, de gnosis (godsis) zeer, vervallen in doodschuld, bedroeven het geestelijke, verbreken voor een tijd de beoefening van het geestelijke; zij verwonden ernstig hun geweten en verliezen soms voor een tijd het gevoel (gevoeligheid, geestelijke zintuigelijkheid), totdat Gods aangezicht opnieuw over hen gaat lichten, wanneer zij door ernstig berouw op de weg terugkeren. Feenstra stelt bij dit artikel dat de mens niet goedkoop zondigt. God vertoornd zich over de zonden. Als de mens de zonde gaat koesteren dan is er sprake van het bedroeven van het geestelijke. Na zijn dood stelde Feenstra dat de kerk eeuwen heeft gefaald. In die zin was hij op een zeker moment ook vertoornd op de kerk. Hij stelt in zijn toelichting op dit artikel in 1937 dat als de geestelijke oefening stopt, dit heel erg is, want daarmee stopt ook het gebed en de gemeenschapsoefening met de Heere. Weer herhaalt hij dat de mens niet goedkoop zondigt. Maar door ernstige boetvaardigheid mag de mens terugkeren, stelt Feenstra. Zo kunnen ze wederkeren op het pad en kan ook God's aanschijn opnieuw verschijnen. artikel 6 Depressiologie : Ken uw depressie. Feenstra stelt bij dit artikel dat God niet geheel alle geestelijkheid wegneemt, en dat we juist zo sterk staan door de leer van de verkiezing. Dit is eeuwig, stelt hij. En de verkorenen zijn ontvangen in de tijd, naar Gods bestel, die woning maakt in hun hart. Ergens in de tijd gebeurd dit dus. artikel 7 Het onvergankelijke zaad is de fantasieologie. Er is een strijd tussen het geestelijke en het geestelijke, en er is een strijd tussen het vleselijke en het vleselijke, en er is ook een strijd tussen het geestelijke en het vleselijke. De opname is een heilsfeit wat tot ervaringsfeit moet worden, en waar een gnosten zich ernstig naar dient uit te strekken. Dit is een opname van binnen, niet van buiten,
147 Online Touch Home