18

gespleten, oftewel onderscheiden. Onderscheiding is verscheidenheid. De wereld van Haggai is in deze zin genuanceerd, veelzijdig. In het boek Openbaring komt dit hele verhaal terug. In hoofdstuk 12 vlucht de vrouw tot de wildernis en dan komt de aarde haar tegemoet om een oordeel te brengen over haar vervolger, wat dus Haggaiaanse theologie is, en wat ook weer terugkomt in het Jezus verhaal, waarin Jezus tot de aarde gaat, en door de aarde wordt opgenomen in zijn kruisiging, wat iets heel shamanistisch is. 12:4-6 - En de draak stond voor de vrouw, die baren zou, om, zodra zij haar kind gebaard had, dit te verslinden. En zij baarde een zoon, een mannelijk wezen, dat alle heidenen zal hoeden met een ijzeren staf; en haar kind werd plotseling weggevoerd naar God en zijn troon. En de vrouw vluchtte naar de woestijn, waar zij een plaats heeft, door God bereid, opdat zij daar twaalfhonderd zestig dagen onderhouden zou worden. 12:14-16 - En aan de vrouw werden de twee vleugels van de grote arend gegeven om naar de woestijn te vliegen, naar haar plaats, waar zij onderhouden wordt buiten het gezicht van de slang, een tijd en tijden en een halve tijd. En de slang wierp uit haar bek water achter de vrouw als een stroom, om haar door de stroom te laten medesleuren. En de aarde kwam de vrouw te hulp en de aarde opende haar mond en verzwolg de stroom, die de draak uit zijn bek had geworpen. In de Haggaiaanse theologie is dit de spleet tussen de billen van moeder aarde, de anus, wat in de tweede bijbel ook beschreven wordt als een verloren hersenklier. In de Egyptologie is dit de peh of peh-t, het bereiken van een plaats of object, wat aan het einde, of in het diepste, van de nacht gebeurt, als de afsluiting van een boek. Het is het wortelwoord van de pehuit, de anus, maar dit komt ook weer terug als de achterkant van de nek, als zijnde een lichaamsdeel in het gebied van het hoofd. Het is ook een woord voor fundament, verbonden aan pehu, beyond, oftewel transcendentie. De pehuit, de anus, is in het Egyptisch ook een aanhangsel, een sleeptouw van een boot. In het Surinaamse bijbel gedeelte van de tweede bijbel wordt de anus beschreven als een klier in de hersenen. Er is ook een ander Egyptisch woord wat gebruikt wordt voor anus en dat is mau-t, wat de kern of moraal van een verhaal is, en de totaalsom, de conclusie. Het is verbonden aan de mahet, de tunnel, de doorgang, en heeft als wortelwoord maha, het achterhoofd, of de achterkant van de nek, en mau, zachtheid. In de Surinaamse bijbel van de tweede bijbel is de anus dus ook een onderdeel van de hersenen, als een hardheids-zintuig wat functioneert door het meten en registreren van zachtheidswaardes, de oeroeboel. De anus als hersenklier is dus ook een zintuig, een meter, een hypergevoelig alarm. Als in de voortijdse hieroglyphen de vrouwelijke anus is afgebeeld met de fallus, dan is dat een alarm om de mens te doen ontwaken. Dit gaat over de anus als hersenklier. Ook Openbaring 12 vertegenwoordigt dus deze hersenklier, waardoor de mens door het splijten van de aarde tot de onderwereld gaat. De moeder anus is in het Sanskrit, de heilige taal van India, de vrucht van het paradijs. In de tweede bijbel gaat het veel over geboortes door de moeder anus. De anus is de poort tot de onderwereld, en het afsterven aan jezelf. Het is het gebied van de verbeelding. Oorspronkelijk was het dus een hersenklier, en die is door buitenaardsen weggesneden uit de hersenen, opdat zij over de mens konden heersen. Zij hebben de mens onderworpen aan de pijnappelklier, het slaap en waak ritme. Het is dus van belang om de anus klier weer te ontwikkelen. Er is een planeet genaamd "Hart en Anus", een zacht rood-roze planeet, die de energie bewaart waarin het hart van de mens verbonden

19 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication