203

Hij toetst de dingen niet. Natuurlijk heeft hij wel zijn eigen goden, maar er is geen progressiviteit. Hij gaat altijd in cirkels, niemand neemt hem op, en hij klimt ook niet op. Hij denkt dat hij er al is. 5 Zijn wegen zijn voorspoedig te allen tijde. Uw gerichten zijn hem te hoog, hij blaast tegen allen die hem benauwen; Hij begrijpt de oordelen van God niet, ziet die niet in zijn leven aan het werk. Hij kijkt er totaal langsheen, en werpt zo het kruis van zich af. Hij is blij als hij behoort te wenen. Hij is opgeblazen als hij bang behoort te zijn. Hij is vriendelijk en slijmerig als hij boos behoort te zijn. Alles is omgedraaid. 6 hij zegt in zijn hart: Ik zal niet wankelen, ik, die van geslacht tot geslacht niet in rampspoed zal raken. Voorspoed is geen teken van dat God aan jouw kant staat. Het is het kruis. 7 Zijn mond is vervuld van vloek en bedrog en verdrukking, onder zijn tong zijn ongerechtigheid en onheil, De Goliath van deze tijd heeft zijn eigen valse goden, van eeuwige marteling van hen die niet voor hem neerbuigen. Daarom buigt het volk in angst. Er is iemand die tegen deze Goliath moet opstaan, een nieuwe David, oftewel een nieuwe hemelse studie. 8 hij ligt in hinderlaag bij de gehuchten, in het verborgene doodt hij de onschuldige. Zijn ogen bespieden de zwakke, Kinderen en dieren zijn zijn prooi, altijd weer. Hij is het bolwerk van de gedeformeerden, valse pseudo-volwassenen. Zij zijn het niet waard volwassen genoemd te worden. Het zijn deserteuren. Hun groei is gestopt. Het zijn woekeraars. Geen werkers maar renteniers tegen woekerrente, oftewel abnormaal hoge rente. Ze studeren niet, maar parasiteren, zoals de psychiatrie. Altijd maar weer zijn ze op kinderjacht om kinderdromen te verminken en te mutileren, maar er zal een nieuwe Davidsgeneratie opstaan tegen deze Goliath. 9 hij loert in het verborgene als een leeuw in de struiken; hij loert om de ellendige te vangen, hij vangt de ellendige, hem trekkend in zijn net. Daarom is het zo belangrijk om terug te keren tot psalm 1, je afscheiden van de goedelozen (art. 28) en apart gezet in de heilige woede zoals Jeremia opgroeien als een boom geplant aan waterstromen om vruchtbaar te zijn en die Davidsgeneratie voort te brengen. Trek je terug in studie, want wat ze je aanbieden is het niet. 10 Hij bukt, duikt ineen, en de zwakken vallen in zijn sterke klauwen.

204 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication