280

naar wereldse, vleselijke deskundigheid. Een hebzucht naar de valse soort van kennis. In de israelitische psalm 1 wilde de psalmist de hemelse leer daarom bij dag en nacht overpeinzen, om zo geen deel te hebben aan de samenkomsten en vergaderingen van de goddelozen. 1 Welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen, die niet staat op de weg der zondaars, noch zit in de kring der spotters; 2 maar aan des Heren wet zijn welgevallen heeft, en diens wet overpeinst bij dag en bij nacht. Ook Heracles moest het varken het ijs in drijven, oftewel zijn eigen vlees, opdat hij zou verstijven om een boom aan waterstromen te worden, opdat hij zijn vrucht op zijn tijd zou geven, en ook zijn zaad. De eerste psalm van de jana in de Bilha gaat over het berijden en temmen van het beest. Dit gebeurd door de intens diepe studie, op geen enkele andere manier, zoals de israelitische psalmist al liet zien in psalm 1. Wij moeten dus doorgaan totdat er een stuk naaktheid is te zien, waarvan strippokeren een stadse karikatuur is. Wij moeten komen tot de naaktheid van de exegese, wat een natuurlijke naaktheid is. 1. Er wordt hier iets geopenbaard, wat symbolisch een stuk naaktheid is wat de godin laat zien. Filippi is in de worteltekst de vrouw rijdende op het beest, oftewel haar ware natuur laat zien. De psalm stelt dan dat zo de mens als zoon wordt geadopteerd door de natuurmoeder. Zij leert hem hongeren. Dit wordt in deze psalm vergeleken met de Germaanse opname. Deze psalm is een commentaar op Filippi 1, wat in het Germaans werd getranslitereerd tot Felua, en later de Veluwe. Dit zijn de beesten rijders, zij die het vlees door studie en exegese hebben getemd. Veluwe ligt op een zandplaats, en zand is een beeld van nuances, stelt deze psalm, waardoor er samenhang en diepte is. Dat is ook tegelijkertijd de schoonheid van de Veluwe, wat een natuurgebied is. De israelitische psalm 2 laat de vijand zien : ijdelheid : 1 Waarom woelen de volken en zinnen de natiën op ijdelheid? 2 De koningen der aarde scharen zich in slagorde en de machthebbers spannen samen tegen de Here en zijn gezalfde. Het volk was hierin opgesloten en daarom moest Mozes komen, moest hij de staf opheffen die een slang werd, oftewel de mens moest terugkeren tot het geheim van boom en slang, de diepte van psalm 1. Dit is een lange bloedlijn, die helemaal teruggaat tot de vedische psalmen, en die exegetisch worden uitgewerkt in de koran, de vur en de bilha, als verlengstukken, als verdiepers. Zo ontstaat er een geheel nieuwe psalmische matrix, of liever gezegd, dit is de onthulling van de psalmische matrix, de ontbloting van de natuurvrouw, haar bevrijding. Het is een openbaring. Dit is onderdeel van een studie proces. De stad heeft hiervan een karikatuur gemaakt en die zal instorten. De staf, de hongerende, de bevrorene in de ragnarok, in de honderd vedische winters, werd tot slang, oftewel kwam tot de context. Het werd tot een lasso. De mens werd geboeid door dit verhaal, en tot de exodus getrokken. De mens moest terug tot de wildernis, tot de vedische wildernis. Mozes

281 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication