305

5. Zo werd hij een vreemdeling in een vreemd land, En vroeg daar aan iemand een dochter's hand. Hij woonde nu nog verder van zijn volk vandaan, Tot een vreemd land was hij gegaan. Exodus 3 1. En de boom was brandende en sprekende, zoals alle hemelse bomen, Als een teken dat zij die verdronken waren door de hand van de vijand tot God waren genomen En hij werd geroepen door de boom, Zijn volk werd nog steeds gehouden in toom 2. En hij moest het volk uitleiden, opdat zij zich in de wildernis zouden verspreiden. 3. En hij vroeg : Hoe moet ik dit doen ? Het lijkt wel een droom. En de hemel antwoorde : Onthoud slechts het wonder van de hemelse boom. Als ik een boom kan laten spreken, dan kan ik ook het slavenjuk van uw volk verbreken. Exodus 4 1. En toen werd die boom zomaar tot een slang, en hij werd erg bang. En toen keek hij naar zijn hand en die was wit, Het was de dood naar hem op jacht, als een vrouw van veel gevit 2. En zijn vrouw besneed toen haar zoon, Zijn innerlijk kind omringd door haar gehoon, Een bloedbruidegom zijt gij mij, sprak zij toen, Alleen zo kon hij de vijand verdoen Dit gaat erover dat het een innerlijke vijand is die door de besnijdenis overwonnen kan worden, en dit gebeurde door Zippora, zijn vrouw. Psalm 1 staat in verbinding met Exodus 1, want de boom aan waterstromen is dus eigenlijk het volk van de verdronken Israelitische jongetjes, wat ook uitgelegd wordt door de Exodus 3 rijmpsalm. Dit is dus een heel shamaans proces van die sprekende boom, en zo kan ook weer de sprekende slang in het paradijs uitgelegd worden. Het zijn natuurprincipes, dus niet zomaar God die als brandende braamstruik spreekt. Het is dus veel dieper. Mozes moest de berg Horeb op om tot de brandende en sprekende boom te komen, in Exodus 3, wat ook parallel loopt aan psalm 3, waar de psalmist wordt geantwoord vanaf de berg en in zijn slaap

306 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication