320

Ismaelitische paradijs, tot de naakte, oorlogsvoerende stam. Wij moeten de Pessa boven alles eren, want dit is de oorspronkelijke tuchtroede van Bilha, wat werd ondersneeuwt door het kruis van het christelijke geloof. Zonder deze tuchtroede komen we nergens. Wij moeten de valse pessa verslaan door tot de ware pessa te komen. Dit kan alleen door diepe initiatie in de pessa, de hogere gnosis. In het EE (eeuwig evangelie) bevindt zich ook een kruik met honing in de ark. Honing is een beeld van de piercings, vanwege de stekende bijen die het voortbrengen. Dit gaat over de vertalende kracht. Deze vertalings-steen is in Ismaelitische termen de Hadar, de achtste zoon van Ismael – belegering, omsingelen, bed, plaats van bed, bedden, voorhangsel, achter het voorhangsel, binnenin. Deze steen had een belangrijke plaats in de Teheraphim, en heerste zelfs over de Pessa. De Teheraphim : 1. HADAR 2. PESSA 3. THUMMIM 4. URIM Zoals de Pessa het saffier is, zo is de Hadar het staal. Staal is in de Hebreeuwse worteltekst 'vertaling'. Dit is de reden waarom het volk van de gnosis in de hogere regionen geleid worden door 'Saffier en Staal', oftewel 'Pessa en Hadar'. In de Griekse worteltekst is Johannes een tentenmaker, een gerei-maker, CHANAH, wat verwijst naar HANNAH in het OT, de moeder van Shama-Al. In de KJV staat Johannes op het zand van de zee, op de Pessa. In die zin is CHANAH de Griekse naam van de vertalingsteen. CHANAH rijdt in die zin op de PESSA, als het staal op het saffier. Shama-Al komt op hetzelfde neer als Iysh-Ma-Al. Samuel is in de worteltekst gerei wat tot gehoorzamen brengt. Hannah maakte in de Aramese grondtekst een hogepriesterlijke borstplaat voor Shama-Al, als een soort terafim. De terafim heeft een Assyrisch-Babylonische oorsprong. Hadd, Add, Hat was de Assyrische god van de orakels, om zo de wil van de goden te interpreteren, te vertalen. De terafim was dus een orakel. Het urim en thummim orakel werd later meer en meer gebruikt als stenen, om zo de reflecties op te vangen. De god Hadd, Add, werd door de Israelieten overgenomen als de stam Gad. In het Aramees was Shama-Al de zoon van Had. In de Amazone Mythologie is de dochter van Gad genaamd Amaan. Zij keerde zich tegen haar vader en organiseerde een vrouwenleger, barbaren, tegen de Joodse religie, dat zich verzette tegen alle instellingen. Ze trokken de wildernis in, omdat ze zich tegen de slavernij verzetten. Ze leefden als Amazones. Dochters van Amaan : Jarag – Stichteres van Efeze

321 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication