340

Als je er één verslagen hebt ga je naar een hogere level met een hogere heer. En die heren dienen ze in het westen, en god de heer. Wie is het ? Als gnosis onze heer is varen we wel. Dat is iets symbolisch. Het is iets in onszelf. Hoe kan een mens gelukkig zijn ? Hoe kan een mens rust vinden ? Vraag dan af hoe je dit voor een ander kunt betekenen, en dan weet je dat oppervlakkig geluk de mens niet zal helpen, slechts als een E.H.B.O. Dan onderwijs je de mens al wel wat, maar hoe verder ? Soms moet je dan ook weer verder, omdat er anderen op je wachten, een grotere context. Zo is er een pad, maar wat er zo mooi is in de geestelijke wereld is dat we alomtegenwoordig kunnen zijn. De gnosis, de kennis, het onderwijs, is alomtegenwoordig, misschien niet direct zichtbaar en voor het grijpen. Soms hangt het hoog in de boom en moet je er eerst voor in de boom klimmen. Dit betekent dat we de weg naar binnen moeten vinden. Het pakpapier moet eraf. Houd je jezelf niet voor de gek als je je blindstaart op pakpapier en daar altijd maar mee heen en weerholt en achteraanholt ? Dat gebeurt in de papierocratie, in de papierdictatuur die de aarde is, vooral in het westen. Men volgt papier. De boom is dood. Maar de mens moet terug naar de natuur. Hoe kan een mens gelukkig zijn ? Misschien is dat niet helemaal een goede vraag. Soms leidt al dat geluk nergens toe en moeten we een diepere weg gaan. Soms gaat het er niet om wat we zouden willen maar wat we echt nodig hebben. Soms gaat het niet om geluk, maar om nut. Wat heeft de wereld nu echt nodig ? Maar een beetje geluk moet je elkaar kunnen geven. Dat hoort bij de gnosis. Als een E.H.B.O. Zo geef je iemand iets mee voor de zware, moeilijke reis door het bos. Wij zijn broodjesbakkers. Een beetje geluk in de broodjes moet er altijd wel zijn. Niet teveel, niet te weinig, maar precies goed, om de broodjes functioneel te maken. Teveel geluk verblindt op het pad. Dan dut men in. Maar te weinig, dan verbitterd het, en verzuurd het. Er is geluk te vinden in alles, als men leert om te gaan met de contrasten. Het goede vinden in alles. Te weten dat alle dingen medewerken ten goede voor hen die open staan te leren. Voor hen die het maar willen zien. En dit is zeker geen goedpraterij, of witwassing van leugens. Daarom is het broodjesbakken een echt vak. Iets wat je dient te leren. Iets waar je in opgeleid dient te worden en zeker niet te makkelijk over mag denken. Want hoe zou het wezen als je een beunhaas zou zijn, en later voor de hoofdbakker dient te verschijnen en te horen moet krijgen dat je het volk hebt vergiftigd ? Dan moet je weer helemaal terug naar de eerste klas. Hoe kan een mens gelukkig zijn ? Ik had eens een droom waarin ik zelf was opgebakken, en zo de winkel uitging. Ik was zelf een koek. Toen moest ik naar een groot kasteel. De koning had mij besteld. Ik heb zulke dromen vaker gehad, vaak over bestaande organisaties, en de leider ervan was in de droom een hoofd banketbakker. Wat bakt men vandaag de dag op ? Zijn het nog wel broodjes die door de beugel kunnen ? Kunnen jouw broodjes door de beugel ? Of zit er zwaar vergif in, en troep ? Wat geef je de ander mee ? Ben je zuiver van leer ? Gelukkig zijn ? Dan dient er eerst zuiverheid te zijn. Ongelukkig zijn wil niet zeggen dat er geen zuiverheid is. Maar een heleboel mensen hangen een vals gelukkig zijn aan. Ze bakken brood van hun vermoorde broeder of zuster. Daarom willen ze ook niets met het geestelijke te maken hebben, want dan zou hen een spiegel voor worden

341 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication