2. Tranen druipen snel, na al die diepe wonden, Een hart vol honingtranen Het hart is dus als een bloem vol herinneringen, vol honingtranen, en de bij, je hoofd, je gedachten, mogen van die honing nemen, mogen over de bloem zweven, en zo deze honing verder te verwerken. De honingtranen, de herinneringen, mogen dus naar de bijenkorf, mogen verder in de longen en het lichaam verwerkt worden. Daar zijn de longen dus voor. Ze nemen de honingtranen, de herinneringen, op, en werken ze verder uit. Tranen, moet je weten, zijn belangrijke antistoffen die de mens aanmaakt. 3. Je hebt Vur genezing gebracht, Je draagt droefheid van binnen, als de honing van een lange nacht Vur is de natuurkennis, een hemels woord voor god, en die natuurkennis mag door de natuurprocessen in je hersteld worden. Als we veel pijn van binnen hebben dan zal dit uiteindelijk ook honing voortbrengen en de bijen aantrekken die het verder zullen verwerken. Dat is een mooie belofte. 4. Door de bloesem van mijn tranen en van een bloedend hart, Door de scheuren van een verscheurde droomwereld, Door een spotkleed kunstig gelegd tot pracht, Kwam ik tot die andere wereld, door Vur's gedachtes ingebracht, Ingebrand als door een vuur, in Vur's gedachtes, Het vele bloeden maakte het roze Misschien zijn je dromen verscheurd, is het allemaal niet wat je ervan verwachtte, zijn dingen in je leven anders gelopen, maar weet dat er veel hogere dromen op je wachten. Roze is de kleur van de dromen, hemelse dromen. Soms zijn er veel betere plannen met ons leven dan dat we zelf bedacht hadden. De hemelse orde ruist altijd weer boven denken. 'Wat geen oog gezien heeft, wat in geen hart opgekomen is, wat boven gedachten is uitgegaan.' 5. Als zaad onder de grond, Wortels reikend naar eeuwige heerlijkheden 6. Door tranen kwam ik hier, door een wild vuur wat maar niet stopte, Het is de besnijdenis van de Heerin, een hart uiteen getrokken 7. Niemand kan van jou zeggen dat je de morgen niet draagt, Want lang en teer zijn je nachtgewaden, vochtig je bladeren, Van de tranen van een schone nacht waarin alles werd geregen tot pracht, Zoveel kracht na lange, moeizame dagen, door zwakheid voortgebracht 8. Zij nemen mij mee naar een bloemenveld, Verwilderd door de morgenzon In vers 29 zegt de psalmist dan :
376 Online Touch Home