46. Schilderijen in de nacht, Ik toonde haar mijn wonden, dalen van dauwtranen. 't Was tijd om binnen te gaan, in 't veld van schilderijen, Wij worden hier beschilderd, In boeken zullen wij veilig wonen. En zo is ook hoe de Vur begint, met de bruine bloemen, oftewel de bruine hei : 1. Deze bruggen zijn gemaakt van bruine bloemen, Bruggen tussen jou en mij, Waar leiden zij naartoe ? Wanneer ik naar jou kijk, vaag ik weg, Wanneer ik aan je denk, laat ik je wegglijden, Dit is hoe ik mijn boog grijp, Maar ik bereik het nooit 2. Ik kan niets bereiken, en ik denk dat dit nog maar het begin is, En dan bevind ik mijzelf in een bruin bloemenveld, Alleen in de bruine nacht, Een nacht in vele jaren, Kan ik zijn in de bruine bloemenvelden, Deze bruggen tussen jou en mij 3. De pijl raakte haar hard, Het was diep, we zagen haar vallen, De pijl bracht haar over de bruggen, Tot de donkere nacht, Tot bruine bloemenvelden Vandaar dat het eerste boek ook eindigt met schilderijen, want een schilderij is een beeld van dat het achter een scherm is, oftewel beveiligd, wat dus verbonden is aan de kleur bruin : 27. Dit is niet het begin van het verhaal, Het is het einde ervan 28. Ik ren, brekende door muren, Want mijn herinneringen zijn naar mij op jacht, Ik ren, en dan val ik, Een herinnering heeft mij geraakt, Een pijl diep in mijn rug 29. En dan kruip ik tot de rode bloemenvelden, Wilde, rode bloemen, als bruggen over woeste rivieren, Zij hangen in mijn haar, als duistere sieraden
382 Online Touch Home