392

hoofdstuk 53. bespreking van calvijn's commentaar op numeri 1-5 Calvijn merkt op bij Numeri 1 dat het volk verschillende malen geteld moest worden opdat de hierarchieën duidelijk zouden zijn. De Levieten werden afgezonderd als een OT beeld van de middelaren, wat in het NT christus zou zijn, stelt Calvijn. Wij hoeven het middelarenschap niet zozeer op een persoon of personen te schuiven, maar op principes. Door het hongeren, de leegte, komt men tot God, door het afleggen, offeren, van het vleselijke leven, metaforisch voorgesteld als offervee. Calvijn stelt dat de indelingen van groepen in Numeri 2 dienden om twisten te voorkomen. In numeri 4 bespreekt Calvijn de zonen van Kahath, die als wachters, bewakers, zijn aangesteld over het heilige der heilige. Zij zouden het gereedschap wat door de priesters was ingepakt dragen. Calvijn stelt dat er een gevaarlijke taak aan de zonen van Kahath was opgedragen. 'God dreigt immers met de ondergang als zij iets van het verbodene zouden aanraken.' Daarom moest alles bedekt worden. De Vuh zegt hierover in de bespreking van 4:2 : 'Neem het aantal op van de Kehatieten onder de Levieten, naar hun geslachten en families, Dit is de geslachtslijn van Mozes en daarom belangrijk. De Egyptische kat, kt, wortel van Kehat betekent vreemde, buitenaardse, vijanden of tegenstanders, wat de buitenaardse (Orionse) natuur laat zien van de Mozes mythe. Kd, kt, betekent vormen, bouwen, natuur, het ontwikkelen van de natuur, het cirkelen, de slaap. De Kehat geslachtslijn droeg de Orionse slaap-drugs. De kt-wortel betekent ook vagina (vergelijk het Nederlanse schuttingwoord "kut".) Het betekent werk en constructie, en roep (kit, k't). Ktt, kt, betekent ook meisje. De Egyptische wortels van de Kehat geslachstlijn waaruit Mozes voortkwam waren dus vrouwelijk. Zij moesten de mens in een slaap brengen (kd, kdd, kt, slaap, en gth, kht, moe zijn.) De Kehatieten waren aangesteld over de ark, de tafel, het gerei, dieper in de tabernakel. De Egyptische khe-t wortel betekent leren, literatuur, boeken over de eeuwigheid, oftewel de voleindiging. Het is ook een woord voor rijkdom, bezittingen, dingen, het bestaan. Khet was de god(in) van de dingen die bestaan. De Khaitiu, kht, zijn de goden die de vijanden van Ra en Osiris slachten. Khau-t, khai-t, kht, is het altaar en de offertafel, waarover de Kehatieten waren aangesteld. Khata, kht, is de twee helften van de hemel. Ook is het tuingebied, wildernisgebied (khait), en een plaats van bescherming (khatha), wat ook weer terugkomt in de Mozes mythe. Khat-ta is de manifestatie, het schijnen met kronen. Khaut, de opstanding en verschijning van een god of koning, het oprijzen op de troon, de koninklijke sieraden, halskettingen, en kroon-onderdelen (khait). Khat, inscripties. Het leidt helemaal door tot de slinger, khait (van David). De Khet, kht, waren de treden van de oordeelstroon van Osiris. Khetaa was de grote troon waarop Osiris zat. De Kheti waren de inscripties op de muren. Kha-t, tabernakel. Qa-t-a, kht, was één van de twaalf godinnen die de poort van de aarde opende voor Ra. Qaut, kht,

393 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication