Dit gaat dus over de onuitgenodigde van het Doornroosje verhaal, die toesloeg en stak, als de stekende struiken van de natuur. Zij willen de mens terugbrengen tot hun dromen. Daartoe brengen ze een natuurgif in. De vur is daar zeer duidelijk in wat er met de stad zal gebeuren, zoals in boek 4 van de drager van de vur, het monument : 1. Ik ben geboren uit steen, Nu rijst het leger op, Wij zullen zijn als steen, Harder dan het steen van de stad, Ramen slaan wij in, Gebouwen breken wij af, Hun monumenten, allen in rouw 2. Ik ben geboren uit steen, Nu rijst het leger op, Het steen van de stad zal smelten, Het steen van de stad zal sterven 3. Ik ben geboren uit steen, Ik ben geboren uit een plant, Ik zag de aarde geschapen worden, Ik zag de aarde voortkomen vanuit een bloem 4. Ik ben de tuinjongen, Ik verwijder de stenen die er niet horen, Geen herinneringen meer aan de stad, De tuinhekken zijn gesloten na middernacht En boek 89 zegt : De stad moet geheel vertaald worden, Voordat wij de tuinen kunnen binnengaan De dingen om ons heen hebben de hersenen zelf aangemaakt om ons daaraan te kunnen vormen. De paradox tussen stad en wildernis is dus noodzakelijk om gevormd te kunnen worden. We moeten er zelf diepte in vinden. Het is ons eigendom. Het is ons leven. We kunnen er verhalen van maken, sieraden van rijgen, stripboeken van maken. Niets is voor niets. Pas toen Hans en Grietje gretig van het snoephuisje gingen eten kwam de heks. Ze moesten juist van het snoep leren en er niet zomaar onbegrensd naar grijpen. Het natuurzoete is een pad, een minderend pad, wat leidt tot de dropwortels, de vrucht van het lijden. Het natuurzoete is je eigen creativiteit. Het natuurzoete is iets bitterzoets. De vur zegt in boek 129, het verborgene : 1. De aarde scheurt open, Ik kan de lagen zien, Hier zijn de veranderingen
443 Online Touch Home