hoofdstuk 17 de vissers oorlogen Gedachten zijn of van het vlees of van het ascetische. Vandaar dat er geestelijke visnetten nodig zijn. In de grondtekst is dit ook een onderdeel van de wapenrusting van Efeze 6. Ons onderwijsboek 'de strijd tegen zaralahm deel 3' uit 2013 zegt hierover : 'Efeze 6:16 neemt bij dit alles het schild des geloofs ter hand, waarmede gij al de brandende pijlen van de boze zult kunnen doven. Schild is thryreos, wat ook 'opening' kan betekenen, als van een valstrik of net. thyreos, valstrik, net.' Er moeten pennen door het vlees, door vleselijke gedachtes, die zich met massa's en massa's op ons storten als vissen. Daarom moeten wij ook jagen met vissperen. Zo niet, dan kom je er in om, en wordt je een slaaf van het vlees. Dit is dus absolute noodzaak. Daarom zei mijn oma altijd dat ik elke dag weer opnieuw de geestelijke wapenrusting uit Efeze 6 aan moest doen, op weg naar het valhalla, de (germaanse) hemel, die alleen maar is voor hen die aan het vlees zijn gestorven op het oorlogsveld, in de geestelijke strijd dus. Dit mag dus geen natuurlijke dood zijn, dat je gewoon maar uit jezelf sterft. Vandaar dat de germanen enorm bang waren voor een natuurlijke dood, en zich soms op hun sterfbed daarom lieten doorspietsen met een speer, uit angst om niet in het valhalla te komen. Maar dit is dus allemaal geestelijk en symbolisch bedoeld. Letterlijk vissen en vis eten is ook een misbruik van de geestelijke wapenrusting. Zwaar misbruik. Ik volgde de principes van mijn oma op. Ze was een goede vrouw die een droom had een weeshuis op te richten voor kinderen die geen ouders hadden. Omdat ik haar goede principes volgde in de strijd tegen het vlees keerde de hele familie zich tegen mij, omdat ze vleselijk wilden blijven leven. Het moest namelijk allemaal op hun manier. Het vlees wil regeren. Zij hebben zich ook nooit laten onderwijzen, leven allemaal door roddel en vooroordeel. Toen hun eigen dominee mijn kant koos moest hij het ook ontgelden. Familiair vlees is verschrikkelijk hardnekkig en koppig vlees. Vandaar dat Jezus het smalle pad op ging in de wildernis, en zich wijdde aan de geestelijke visvangst. Zijn discipelen waren ook vissers. Ik kom zelf ook uit een vissersfamilie. De vader van mijn oma was visser. In navolging van mij probeerde ze hier op latere leeftijd van los te komen en het te houden op de puur symbolische vorm. Ik groeide ook altijd op rondom het water. Wij zijn echte kinderen van het water. Mijn oma vertelde dat haar vader de laatste vijf jaar van zijn leven in bed doorbracht, en dat hij soms gilde vanwege oorpijn. Ik heb hem nooit gekend als kind, maar toen ik ouder was bezocht hij mij weleens in dromen. Oorpijn staat symbolisch ervoor dat er een hoger woord moet doorkomen. Het is profetische voorbereiding. De voortijdse letter K is een vissersletter, een literair net, structuur-onderwijs. Het geestelijk vissen is dus niet zomaar een opzegversje maar een studie-proces. De voortijdse letter K was eerst een hieroglyph van een persoon met een net, een visserhieroglieph dus, en dit was symbolisch. Zorg ervoor dat je daadwerkelijk netten hebt, opgeleid bent hierin, want de netten komen je niet aanwaaien. De pennen door het vlees en door vleselijke gedachtes wordt symbolisch ook voorgesteld door de doornenkroon van Jezus. Die pennen gaan dus dwars door je verstand en je wil heen. Draag je die doornenkroon al ? Het is een visserskroon. Het is onderdeel van de geestelijke wapenrusting. Daarom moet een mens wel bloeden en hierin geduld leren, anders komt de mens
512 Online Touch Home