524

de hand wordt geslagen en dat hen er op gewezen wordt dat er voor hen geen ontkoming zal zijn als de Heer zich zal wreken op hun zonden. De mens merkt bij de poorten dat hij vast komt te zitten en niet meer los kan komen, en weent dan, zoals het mannelijk geslachtsdeel na het wrikken in de vagina zijn zaad geeft. Welke man kan eenmaal in de vagina te zijn hieraan ontkomen ? Nee, de man moet zijn zaad geven, het vlees moet huilen. Het gaat hier om de noodzaak van de verbrokenheid. Het mannelijk geslachtsdeel is als een gillend varken in de strik die niet meer kan ontkomen. Dit offer moet er wel zijn. Calvijn zegt dat God het neerslaan van de goddelozen vergelijkt met een offer. Deze slachting is een welriekend offer, omdat het de heerlijkheid van God laat zien. Dit is dus duidelijk de slachting van het vlees, van de zonde. Maar hiertoe is voorbereiding geweest, oftewel barmhartigheid. Calvijn zegt dat de profeet dit op onaangename wijze moest brengen, opdat het de harten van de volken zwaarder zou treffen. Het oordeel van God moest erkend worden, en dit kon alleen maar als ze in zouden zien dat de wreedheid in deze dingen het priesterschap tot God was, oftewel de ware tentendienst, want alleen door wreedheid zou het vlees onderworpen kunnen worden, zowel door barmhartigheid als wreedheid. Barmhartigheid wordt in balans gehouden door de noodzaak van het hemelse wrede oordeel die uiteindelijk het vlees uitroeid. Er is geen barmhartigheid zonder roede en er is geen barmhartigheid zonder het uiteindelijke slachtmes. De zonde mag niet blijven bestaan. Het kaf zal van het koren gescheiden worden. Vandaar dat er een hemelse wreedheid is, maar die moet dus getemperd worden door hemelse barmhartigheid, anders is het slechts vleselijke wreedheid, waarover trouwens ook het oordeel van God komt. Calvijn zegt dat het oordeel niet voor niets werd aangekondigd, maar dat er rechtmatige oorzaken voor waren. Calvijn noemt het einde van het vlees de slachtbank. De goddelozen, oftewel het goddeloze vlees, zoekt uitvluchten, zegt Calvijn. De bijgelovige, of het bijgelovige vlees, plegen zichzelf te verbergen onder een bedekking van onwetendheid. Calvijn zegt dat het altijd hetzelfde liedje is. De mens wil niet tot de hemelse onderrichting komen, wil dus God niet dienen, en maakt zichzelf daarom een schijn van godsdienst, ook omdat de mens zich voor andere mensen anders zou schamen. Daarom denkt de mens vele ceremoniën uit, en vele vrome feesten, om andere mensen maar te laten denken dat ze zo normaal zijn, alsof het daarom te doen is in het leven. Maar hiermee bevredigen ze hun vlees bigtime. Maar al deze vleselijke, menselijke ceremoniën staan tussen God en mens in, oftewel tussen de mens en de hemelse onderrichting. Calvijn zegt dat de mens al zo diep afgedaald is dat ze de leugen bedekken met God's naam. Ze zweren vals met de naam van God en kunnen zo God veranderen in wat ze willen. De ware eigenschap van God is echter het verborgene te kennen en bloot te leggen en de waarheid te openbaren, zegt Calvijn. Er wordt dus gestreden om de definitie van God tussen het vleselijke en het geestelijke. Het vleselijke wat niks met God te maken wil hebben, heeft de naam van God echter wel nodig om zichzelf achter te verschuilen en om zo alles te kunnen verdraaien wat het geestelijke zegt. 'De gehele wereld moet erkennen dat Ik de ware God ben, en zoals elke knie voor Mij moet buigen, zo moet men zich ook onderwerpen aan mijn oordeel, over het vlees.' Dan gaan de afvalligen nog zo ver om een vals oordeel op te zetten totaal zonder barmhartigheid wat een kenmerk is van elk waar oordeel, en totaal zonder enig geduld. Nooit hebben ze geleerd stil te zijn voor God en Calvijn vertaald het stil zijn als het jezelf onderwerpen aan God. Laten we onthouden dat God voor Calvijn de hemelse wetenschap en de hemelse kennis is, een hemelse scholing, en niet zomaar een persoon op zichzelf. Calvijn verafschuwt het dat de mens zomaar te pas en te onpas het woord God in de mond neemt, dus weet goed waar je het over hebt als je het over God hebt, en bedrieg geen anderen ermee. Verschuil jezelf er niet achter met je vlees. God is geen stel regels, maar een diepgaande leer die het verborgene blootlegt en de dieptes van de dingen openbaart. Het

525 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication