een lied van voorbereiding op het ontmoeten van God. Hiervoor moest het vlees sterven, oftewel de offerdieren aan de voet van het altaar waar het bloed moest vloeien, en dat is zuiver zinnebeeldig dus. Ons vlees, de zonde, die tussen God en de mens instaat, is het offerdier. Daarom zegt de bilha ook : 'wat zoekt gij, oh mens, naar een offer. bent gij niet zelf het offer ?' (balk en splinter verhaal) Is dat niet geweldig als een vrouw aan haar man deze woorden geeft ? Als een vrouw haar man echt liefheeft, dan wil zij niet dat hij ten onder gaat in zijn vlees, en zendt zij hem een wapen opdat het vlees gedood wordt, uitgeschakeld. Natuurlijk gaat dit ook andersom van de man tot de vrouw. Een man die zijn vrouw waarlijk liefheeft verteld over deze tucht, en zo is dit ook van ouders naar kinderen toe. Wel is het zeer belangrijk om de woorden vanuit de grondtekst te vertalen en het niet te houden bij de westerse vertaling. Vandaar dat de boeken van deze predikanten waardevol zijn, maar wel van begeleidend commentaar voorzien moeten worden. Het is zeker geen speelgoed voor de kinderen. Ook hierin mag de mens dus vissen. De mens moet deze vreemde taal leren kennen en waarheidsgetrouw leren vertalen. Laat het niet allemaal renteloos liggen. Zoals J.H. Donner in zijn commentaar op de psalmen ook de blootheid van de bidder bespreekt, zo stelt ook J.M. Kleppe dat de bidder in de psalmen de dingen die zijn misgaan niet voor god wil bedekken, de dingen die tergend zijn niet wil verbergen. De bidder is niet slechts een smekeling, maar belijdt ook de tijdelijke en eeuwige straffen (tucht) die nodig zijn. Eeuwige straffen zijn er dus om de mens te helpen, te leiden, terug te brengen tot het hemelse woord, en dan zal men de straf verstaan als een nederzetting tegen de zonde, tegen het vlees. De oprecht gemaakte zondaar verkleint de zonden, het vlees dus niet, alsof het allemaal niets voorstelt. Ook bedekt hij ze dus niet. Hij is naakt, en strekt zich uit naar god, maar zal zeker niet protsen. Hij weet dat god alle gedachten van verre kent, alles weet en alles ziet. God ziet alle zonden en ongerechtigheden, dus het heeft geen zin het te verbergen. Dat is het heilige oog. Alle overtredingen en schulden zijn ontbloot voor dit heilige oog. Niemand kan het voor de gek houden. Laten we dat alsjeblieft niet doen. J.M. Kleppe noemt deze bidder ook een boeteling, die kennis heeft van de verdoemenis over het vlees, en dat moet wel. Daarom kermt de zondaar, zucht hij, en gaat hij dieper en dieper buigen onder de tucht. Hij leert zo een welgevallen te krijgen in de straffen. Kunnen wij dat doen ? Kunnen wij de straffen gaan zien als de liefdevolle baarmoeders van de natuur ? Zachte heelmeesters maken namelijk stinkende wonden. En wat een afschuwelijke woorden brengt deze prediker dan, maar we hebben ze leren vertalen. Houdt daarom ook altijd de vertaalsleutel bij de hand als je dit soort mannetjes tegenkomt. Vroeger zou je er gillend van weglopen, maar nu ineens is het wonderlijk. Leren lezen, leren vertalen, leren verdiepen, is als leren vissen. Heel veel water spoelt er weer door de netten weg, maar de vissen blijven erin. En dit zijn dus niet letterlijke vissen, maar het is beeldspraak. Ook Jezus sprak over het vissen als gelijkenissen. Kennen wij de betekenissen ? Het moet wel betekenis gaan krijgen, anders blijven we in de vleselijke betekenissen ervan rondlopen. En het vlees leidt tot de dood. Je eet dan zo tot je eigen dood.
534 Online Touch Home