overvloedig in het werk des Heeren, als die weet, dat uw arbeid niet ijdel is in de Heere, 1 Cor. 15: 58.' Daarna stelt hij : 'Daar is loon naar werk, Jer. 31: 16. Uw arbeid zal niet ijdel wezen. 1 Cor. 15: 58.' Dit werk is allereerst een werk van toetsen, het zogenaamde worstelen met God op Pniël, zoals Jakob deed. Dat is waar zondag 23 voor staat. Zij is een twistzoekende vrouw. Zij roept de mens op tot werk, een heel vies woord voor de gedeformeerde kerk. Geen vleselijk werk, maar geestelijk werk. Dit is een werk wat God door de mensen wil doen, door de geestelijke gaven. Zondag 24 valt met recht de vleselijke werken aan, maar richt haarzelf op de gebondenheid en verbondenheid door de gnosis, waardoor er in eerste instantie ook geen werken plaatsvinden, want dit is een leegte, een algehele restrictie, een gebondenheid. Het vlees is geheel uitgeschakeld. Eerst moet het verlam-middel toegediend worden om het vlees te verlammen. In die zin is zondag 24 een giftige pijl. In de nacht zijn er geen werkers, alleen gebondenen, oftewel de slapenden. Maar in de slaap komen dromen met geestelijke werken, door de geestelijke gaven. Veelal als een mens zich richt op geloof, genade en vergeving, dan richt zo'n mens zich ook veelal op het verachten of verloochenen van de geestelijke gaven. Ironisch gezien is Zondag 24 hier tegen uitgezonden, want dit valt ook onder de 'vleselijke werken'. Vandaar dat deze mensen dus naar het vlees vaak enorm bedrijvig zijn en alles in het vleselijke in kannen en kruiken hebben. Ze hebben het geestelijke verruild voor het vleselijke, een aards bestaan wat vroeg of laat als een zeepbel uit elkaar zal spatten. Is u dat opgevallen dat er zo'n grote strijd in de kerk is om de werken ? Wat zou daarachter steken ? Over zondag 25 stelt Smijtegeld : 'U ziet uw roeping, broeders, dat gij niet vele wijzen zijt naar het vlees, niet vele machtigen, niet vele edelen. Maar het dwaze dezer wereld heeft God uitverkoren, opdat hij de wijzen beschamen zou, 1 Cor. 1: 26, 27.' Laten we dit onthouden in vers 25 : Want het dwaze van God is wijzer dan de mensen en het zwakke van God is sterker dan de mensen. Smijtegeld heeft het over de uitverkorenen, de opgenomenen. Het vleselijke kan het geestelijke niet verstaan. Hij stelt : 'Ik kreeg het van God, die kwam en gaf het willen en het werken, Fil. 2: 13' Er is ook nog zoiets als mentale vervolging. De Psalmen staan hier ook vol mee. Maar wie zijn we ? We zijn uitverkorenen. Het zijn krachten die tegen elkaar ingaan. Terecht stelt Smijtegeld : 'Als nu de Geest dat middel gebruikt, neemt Hij dan zachte dingen? Nee. Maar Hij neemt het gehele Woord, het nare en het liefelijke. O,het is zulk een dwaas mens, die zegt: ik wil zachte dingen gepredikt hebben. U moet mij zo maar koeltjes en onaangeraakt laten. Zo wil God niet, Die wil altemet eens een hard woord tot u gesproken hebben. Als u het altijd liefelijk wilt hebben, dat is een teken van het tijdgeloof.' Hebben we dit goed gelezen ? God verkiest het dwaze. Het gelijkvormige zal uitsterven. Alleen het
86 Online Touch Home