is dus het varken. De mens moet zichzelf opofferen en niet altijd naar de ander kijken, zoals de Bilha ook stelt. En dan is er de patriarchie die met grote vleeskwabben op henzelf net doen alsof ze tegen het vlees strijden. Ze moeten bij zichzelf beginnen. De mens moet zelf minder worden, en niet vlees bij een ander zien terwijl ze zelf met hun vlees lopen te pronken alsof het iets goeds is. Kijk naar hun dikke armen en protserige borsten waarmee ze het vleselijke en varkelijke verheerlijken, en dan splinters in anderen zien. Het verhaal van de balk en de splinter. Zondag 26 is dan geheel anders en stelt dat dat patriarchische mannelijke aan het kruis moet. Het zogenaamde alfa-heersende mannelijke is een illusie, een drug, uitgevonden door het vlees, wat aan het kruis moet. De eersten zullen de laatsten zijn, en de laatsten zullen de eersten zijn. In dat opzicht was Jezus de alfa en de omega, de eerste en de laatste. Wie de grootste onder u wil zijn zal de kleinste zijn. Meer informatie over de gedeformeerde psychopathische kerk die is als een duivelse cultus en secte die dieren offert aan de buik en kinderen martelt tot een offer aan de moloch. Wat een gruwel en wat een nachtmerrie, en toch moeten we hier leren doorheen te prikken en te zien waar de lijnen van de gnosis lopen, want we zullen gaan zien, ook aan de hand van reportages van de voorouders die onder hetzelfde leden, dat het vleselijke het verdraaide geestelijke is. Het vleselijke zal in die zin ook nooit aan het geestelijke ontkomen. Terug naar de natuur realiteiten achter de aardse beelden, mensen. Vandaag meer over de dieptes van de zondagen van de heidelbergse catechismus, die als natuur vrouwen zijn wachtende in de wildernis op de ontwakende mens. De moeder roept. Wie hoort ? 'We are in a race between education and catastrophe.' H.G. Wells Hoofdstuk 25. zondag 27-29 : heb je al een geestelijk beroep ? of ben je nog geestelijk werkeloos ? Justus Vermeer (1696-1745) stelde in zijn commentaar op zondag 27 : 'Als bij een eigenaar, die door het ontvangen van een gezegelde overdracht iets ter verzekering in zijn hart krijgt. Zelfs al zou een ander dat zegel roven, die ander zou toch dat gevoel niet krijgen.' Waarlijk bezit is dus altijd iets persoonlijks en kan nooit zomaar overgenomen worden of gestolen, want dan is het niet meer hetzelfde en heeft het geen substantie. We leven in een bizarrocratie
89 Online Touch Home