De mens moet de onderwereld in. De put of brug van Oeloe leidt helemaal tot Amoet, de robotische implantaties, de autotechniek, waarvan ook de geestelijke gaven een beeld zijn in het christendom. De talenten moeten verbonden zijn aan en bestuurd worden door een hoofd-bron, anders kunnen er fatale fouten gemaakt worden. In de islam spiegelt dit als Mohammed. In het christendom is dit ook verbonden aan het kerstfeest waarin cadeautjes worden gegeven en de geboorte van Jezus wordt gevierd, maar de diepere betekenis van de geestesgaven, een ervaring na of tijdens de pinkster-ervaring, wordt niet standaard besproken. Werk gaat altijd via de robotische chip, gaat altijd via de hogere controle. Voor de mens is dit een absolute "must", het "moeten", wat etymologisch verbonden is aan Amoet. Het robotisme is de bedekkende steen van de pyramide. Het kerstfeest heeft in die zin alleen maar esoterische waarde en geen letterlijke waarde. Het is een abstractie, een variabele, zoals alle andere elementen van het christendom en de islam. Het is een noodzakelijke spiegel om daarmee het Medusamysterie te benaderen. Dit komt ook terug in de Griekse mythe van koning Midas waarbij alles wat hij aanraakte in goud veranderde, zelfs zijn voedsel en zijn kinderen. Daarom moest hij tot de Turkse Pactolus rivier gaan om hier vanaf te komen, wat een beeld is van de spiegel die nodig is om het Medusa geheim te benaderen. Dat is ook het hele idee van het komen tot de nacht, tot de modder, om zo gecamoufleerd te worden. De smetvrees is juist waardoor de mens versteent, de xenophobie, oftewel de afkeer aan het vreemde. De spiegels moeten terugleiden tot het onderliggende bot, in de oudheid een beeld van het "zelf", wat ook gelinkt was aan Orion. Johannes 16 7Doch Ik zeg u de waarheid: Het is beter voor u, dat Ik heenga. Want indien Ik niet heenga, kan de Trooster niet tot u komen, maar indien Ik heenga, zal Ik Hem tot u zenden. 8En als Hij komt, zal Hij de wereld overtuigen van zonde en van gerechtigheid en van oordeel; 9van zonde, omdat zij in Mij niet geloven; 10van gerechtigheid, omdat Ik heenga tot de Vader en gij Mij niet langer ziet; 11van oordeel, omdat de overste dezer wereld geoordeeld is. 12Nog veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het thans niet dragen; 13doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid; want Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen. Volgens de moslim theologie gaat dit over de komst van de Koran. De weg tot de volle waarheid wordt hier beloofd. Moslims beschouwen dat ook als de laatste openbaring aan de mensheid, als de afsluitende top van de pyramide. In de wapenrusting van Efeziërs 6 komt dit weer terug : 14 Stelt u dan op, uw lendenen omgord met de waarheid. Het is dus een riem. In het oude Egypte stond de riem van Isis centraal, de Tjet. Dit stond bekend als het bloed van Isis, en dat was menstruatie-bloed, en geboorte-bloed, om de nieuwgeborene tot de hemelse wetten te binden. Door de Jezus-spiegel werd dit helemaal verkeerd voorgesteld. Isis werd vermannelijkt en alle Egyptische wetten werden omgedraaid. Toch hebben wij dus de christelijke spiegel nodig om terug te komen tot het Isis-principe en zo tot Jèsoe, het Orions-Afrikaanse principe van kennis. Het Tjet teken was een geknoopt touw of riem, zoals Jèsoe wijst op Amoet. Jèsoe uit zich in Amoet, zoals Jezus de aandacht richtte op de komende Mohammed. Het menstruatie-bloed van Isis en het geboortebloed hadden magische eigenschappen, en dit teken werd vaak uitgebeeld als een rood amulet.
184 Online Touch Home