20

"Het piratenschip in de mist, Een eiland met wildernis in de verte, Oh, zij zwemmen wel, maar komen nooit aan, Zij dragen het sieraad van de piraat dat hen bindt, Als een steen aan hun enkel, Zo zinken zij tot eeuwige dieptes, Als een oordeel van een kerkvorst, Voor hen die de nachtmerrie verstaan, Oh, ontwaak toch mens, En zet uw mes in het kwaad, Er is nog zoveel te snijden, En het is al laat. Waar de zon ondergaat in het water, Ver boven het piratenschip, Waar de mens gebonden lag, Voor dit geheim leef ik." --- Calvijn II

21 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication