439

Als je dan door het prachtige exotische Kèlè-gebied van Orion bent getrokken waar zich het Orionse hindoeïsme bevindt, dan kom je uiteindelijk aan bij de grote Orionse oceaan. In de grote Orionse oceaan leven de lamoeren, kruizingen tussen haaien en dolfijnen. Het zijn snelle, magische vissen, die ook net als dolfijnen boven het zeewater uit kunnen springen. Achter de grote Orionse oceaan ligt het Èrk gebied. We gaan verder met de bespreking van de nachtgezichten van Zacharia, want in dit sieraad liggen de realiteiten van Orion. Het zijn diepe, exotische, rauwe buitenaardse portalen. Deze informatie wordt niet in de kerk geleerd. Zij houden de kerkers angstvallig gesloten. Zacharia 4 Het vijfde nachtgezicht 1De engel die met mij sprak, kwam terug en wekte mij zoals men iemand uit de slaap wekt. 2Hij zeide tot mij: Wat ziet gij? Daarop antwoordde ik: Ik zie daar een kandelaar, geheel van goud, met een oliehouder aan zijn top; hij heeft zeven lampen, en telkens zeven toevoerbuizen voor de lampen erbovenop; 3en twee olijfbomen steken boven hem uit, de ene rechts en de andere links van de oliehouder. 4Ik hernam en vroeg de engel die met mij sprak: Wat betekent dit, mijn heer? 5Toen gaf de engel die met mij sprak, mij ten antwoord: Weet gij niet, wat dit betekent? Ik zeide: Neen, mijn heer. 6Hij antwoordde mij: Dit is het woord des Heren tot Zerubbabel: niet door kracht noch geweld, maar door mijn Geest! zegt de Here der heerscharen. 7Wie zijt gij, grote berg? Voor het aangezicht van Zerubbabel wordt gij een vlakte; hij zal de gevelsteen naar voren brengen onder het gejubel: heil, heil zij hem! 8En het woord des Heren kwam tot mij: 9De handen van Zerubbabel hebben dit huis gegrondvest, zijn handen zullen het ook voltooien, en gij zult weten, dat de Here der heerscharen mij tot u gezonden heeft. 10Want wie veracht de dag der kleine dingen? Zij zullen zich verblijden, als zij het paslood zien in de hand van Zerubbabel. – Deze zeven zijn de ogen des Heren, die de ganse aarde doorlopen. 11Ik nam het woord en vroeg hem: Wat betekenen deze twee olijfbomen rechts en links van de kandelaar? 12Andermaal nam ik het woord en vroeg hem: Wat betekenen de twee olijftakken, die door twee gouden buizen het goud van zich doen uitvloeien? 13En hij zeide tot mij: Weet gij niet, wat zij betekenen? Ik antwoordde: Neen, mijn heer. 14Toen zeide hij: Zij zijn de twee gezalfden die vóór de Here der ganse aarde staan. De twee olijfbomen aan weerszijden van de kandelaar. Zij zijn de twee getuigen die staan voor de natuurkennis. Dit "staan" is amad in het Hebreeuws, wat staan in geduld en volharding betekent. In het Aramees gaat het hier over de dualiteit van het zoonschap. Het is het onderdeel van een sieraad waartoe de mens moet ontwaken. Dit verklaart de strijd tussen Jakob en Ezau, Kaïn en Hobel, Abadja en Edom, Hosea en Efraïm enzovoorts. De kandelaar is in het Aramees een beeld van de sociale economie. Er moet een prijs betaalt worden. In het Aramees is de kandelaar een beeld van de mond die bedwongen wordt door vergif. De wachter van de mond is dus een natuurgif om ervoor te zorgen dat de mond niet overmoedig spreekt. Hier is de tandarts dan een heel wrang beeld van, als een allegorie. In het HebreeuwsAramees is dit de Nuwr, de urim-steen van het toetsen. Deze steen zondert alles af (niyr, Aramees).

440 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication