536

zielen testen en tuchtigen, kwaad doen. Het is de vetdamp van het offer wat tot de hemel opstijgt. 4Nadat Nadab en Abihu voor het aangezicht des Heren gestorven waren in de woestijn Sinai, toen zij vreemd vuur vóór de Here brachten – zij hadden geen zonen – bekleedden Eleazar en Itamar het priesterambt tijdens het leven van hun vader Aäron. Het priesterschap gaat verder met Eleazar en Itamar. In het Aramees stierven Nadab en Abihu niet noodzakelijk, maar werden verborgen, afgescheiden. Zij kwamen tot een buitenaardse urim-steen (Orions). In het Hebreeuws hongerde deze buitenaardse toetssteen hen uit. Het Hebreeuws beschrijft het als een buitenaardse vrouw (zuwr), waardoor zij werden verleid of overweldigd. In Numeri 3:1, in de Egyptische wortels, een belangrijk Sokar vers, wordt er een diepe en grote vuurput geopend. De oorlogs-amazone, wat de oerterm is voor oorlogs-engel of oorlogsgodin, kwam om vanaf Numeri 2:24 weer verdere leiding te geven in het herleiden van de HebreeuwsAramese grondtekst tot de Egyptische wortels, wat een belangrijk werk is, anders blijft alles vastzitten. Grote putten moeten er geopend worden. Het mysterie van Sokar is belangrijk want het stuwt het verborgen vuur van de verjonging omhoog. De berg Sinai waar God tot Mozes sprak is in de Egyptologie het Sokar gebied van het vierde en vijfde nachtuur van de Amduat. Er is in deze Israel-Egypte link een belangrijk kanaal terug tot de eeuwige jeugd, door de wachter van de mond, die beiden beelden zijn van Sokar. De grot van Sokar ligt namelijk boven de poel des vuurs. Het vuur van de verjonging schiet omhoog door de mond van Sokar om de vijanden te kunnen verteren, te vernietigen en van zich af te houden. Dit vuur is geen echt vuur, maar metaforisch, geestelijk. Hoofdstuk 26. Sin for a Season Vanochtend werd ik wakker met een lied in mijn hoofd, "Zonde voor een Seizoen", uit de 90-er jaren. Ik moest direct denken aan hoe het er vroeger aantoe ging. Ik werd door engelen de bibliotheek ingezonden en kwam er al snel achter dat de kerken logen, en brak zo met de kerk, en nam een groep mensen met me mee, en we hadden onze eigen "kerk" in meerdere of mindere mate, als een grote exodus. Ik predikte niet de boodschap van lang leve de lol, en dat we nu maar aan konden rotzooien. Neen. In tegendeel. Ik liet zien hoe de kerk en het christendom in diepe zonde en huichelarij leefden. Als je van het geestelijke houdt, dan is er voor zonde geen plaats, maar ik kan me herinneren dat sommigen daar niets van wilden weten. Ze namen het niet zo nauw met de zonde. Natuurlijk ging het niet om wat de kerk zei dat zonde was, maar zonde bestaat en is een gevaar,

537 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication