1203

Liefdesnetten 1 Zij zijn al dood en weten het niet, Hier is waar de eenzijdigheid toe leidt, Zij dragen het bewustzijn maar het is afgeleid, Dragen het geweten, maar het is vergaan, in zichzelf zijn zij verdronken. 2. Zij zijn al dood, maar hebben het nog niet gehoord, Zij zijn doof en blind, zonder gevoel en liefde, Het is koud geworden in hun hart, Zij hebben niets. 3. Zij zijn al dood, maar zij werken nog, IJverig dag aan dag, glijden zij langs alles heen, als een vis. De hemelse visser is liefde. Haar oordelen zijn waarachtig. Zij houdt van de hemelse visserij, maar haat de zonde. 4. In haar liefdesnetten neemt zij hen op, Hier raken zij verstrikt. Hier kunnen zij niet verder, en de liefdesnetten trekken hen voort. Deze dagen zijn geweest. 5 Zij dragen een bewustzijn dat er niet is, Zij zijn in zichzelf vergaan. 1203 Hier worden de doden opgenomen. Zij dragen een geweten dat niet ademt. Levende zijn zij al dood, Hier is waar de eenzijdigheid toe leidt. 23. De vissen van Buli 1. Ze leven in hun eigen enge wereldje, Ze kijken niet verder dan het net waarin ze zijn, Ze hebben geen overzicht 2. Haar adem is als de zee, Zij is de hemelse rivieren, Zij trekt de vissen met haar mee 3. De morgen zullen zij nooit bereiken, In grote duisternis leven zij, Hen van de eenzijdigheid, als vissen zijn zij. 4. Levende zijn zij dood, In hun groot bezit zijn zij arm, Ziet, zij zijn lauw, altijd halfslachtig zijn zij.

1204 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication