tegen de zonde. 8. En Zij zal hen leiden tot de jachtvelden, en hen het eeuwig leven laten zien. 9. En zij zullen nomaden zijn, altijd doortrekkende, opdat de zonde hen niet zal vinden. 10. En Zij zal hen de grote rivieren doen kennen, en hen macht geven over de beesten van deze rivieren. 2. De val van de grote stad 1. De goden hebben haar stem gehoord en sidderen. Zij staat voor hen met Haar leeuwen. 2. In duisternis heeft Zij haar tent neergezet, en hen die Haar dienen heeft Zij tot Haar getrokken. 3. Zij dienen in haar tenten en jagershutten. Zij dienen op Haar hoge bergen, en onder de grond, in Haar verborgen plaatsen. Zij dienen op Haar velden, en op Haar rivieren. Zij zijn nomaden, opdat zij niet onder de vloek van de zonde komen. 4. Trekt daarom voort, volk, en kijk niet achterom. 5. Zij die Haar onderwijs hebben 1493 aangenomen zal Zij leiden tot Haar grote rivieren. En zij zullen drinken van de bronnen van Haar Woord. 6. Zij is het Woord van een nieuw tijdperk. Ziet dan, het oude is voorbijgegaan. 7. Laat u dan niet misleiden. Zij was voor de grondlegging der aarde. Zij is de Eeuwige. 8. Luistert daarom naar Haar Woord om aan deze dingen te kunnen ontkomen. En zij die de stof hebben verkozen zullen daarin wegzinken. Het lot van de onrechtvaardige is zwaar. 9. De grote stad is gevallen. Zij heeft over de vijand gezegevierd. Daarom zal Zij Haar Woord openbaren. 10. Door Haar Woord schiep zij de gewesten en de onderwereld, door het bloed van de vijand. Door het bot van de vijand richtte Zij Haar kampen op. 11. Zo zijn er hen die voor Haar aangezicht en Haar woonplaats zijn, en zij hebben dag noch nacht rust. Telkens worden zij weer uitgezonden over de aarde en in de onderwereld en in de gewesten van de lucht, om daar oorlog te voeren, en om te jagen op eeuwige velden.
1494 Online Touch Home