Maar zij is diep in de wildernis 8. Wij zagen haar door een mysterie, Als door de spiegelingen van haar tranen 9. Wij komen tot haar, Over een brug van tranen 10. Ontdaan van alle menselijkheid, Volg het, terug tot de traan 11. Zo kunnen wij weer mens worden door de traan, haar stem te verstaan 12. Ik riep haar en ze kwam maar niet, Ik moest eerst dieper gaan, Tot de spiegelingen van haar tranen 13. Zo draaien de spiegelingen in hun hoofd, Zij zien haar niet, Alleen de weerspiegelingen van kennis 14. Wij zijn verdwaald in een spiegelingen, In een paradijs van spiegelingen, Wij kennen de kennis niet, Oh kennis, doe ons U vinden 15. Hemelse kennis, tronende op de traan, Opgeborgen in de traan, In ijs 16. Zoveel wachters, Als de wachters van de traan, 24 17. U bracht mij naar het Paradijs, in Uw Wil wil ik gaan. 18. Bij Uw geheim wil ik zijn. 19. U doet mijn voorhangsels open, tot zachte dromen. 20. U hing het in mijn haren en verzegelde mijn voorhoofd. 21. Opent uw hemelse weg, een hemels pad. Waak over onze zielen, schenk Uw woord tot een doorgang over bruggen. 22. De rust van uw beminnelijke schuilplaats, onder de putten heeft u het neergezet, wij komen tot u. Wij sluiten onze ogen, en denken aan U. Aan U, die ons leven schonk, aan u die ons opzocht in onze kerkers en putten, en leidde ons tot de diepere weg. Van onderen kwam u. Laat ons dan dichterbij komen. Het paradijselijke eiland 23. Neem ons op in Uw lieflijke hand, in Uw paradijs, waar wij in vrede kunnen leven. Genees ons, en leer ons. Dank u dat u tot ons bent gekomen. Ja, diep in uw putten zonken wij, totdat u ons nam tot de dieptes van U. 24. Op de bodem van onze putten vonden
1535 Online Touch Home