misverstand, anders zou alles verloren zijn. Dit is dus een natuur geheimenis van zelf behoud, een overlevings strategie. 116. Het moet vooral vaag blijven, Als je het te duidelijk maakt, raak je er in opgesloten, In vaagheid kun je altijd door blijven groeien, En kunnen de betekenissen veranderen Dit is de vaagheid van de bloemen, Zij spreken, maar zij worden niet gehoord, De planten verstaan het niet, Zij hebben hun eigen leven Zij vangen alleen fragmenten op, En geven er hun eigen betekenis aan 117. De brug over de rivier komt nooit aan, en de brug laat hen dus nooit contact maken en vertelt hen nooit de waarheid over elkaar. Het is een te groot geheimenis. In het midden van de brug heerst altijd de mist, en de brug leidt hen altijd ergens anders naartoe. Contact tussen de twee kanten van de rivier is onmogelijk. Alles zou namelijk vastgroeien als dat zou gebeuren, alles zou dichtlopen. Daarom bedriegt de natuur, telkens weer. En dat moet ook wel, want anders wordt het te duidelijk, te omlijnt, en kan er niets meer bij, en dan zou alles verlamd raken. 776 118. Beide kanten van de brug zijn in oorlog en zullen vergaan. Er zou alleen leven mogelijk zijn op de brug, maar in de mist ergens in het midden van de brug daar is geen tijd en daar verlies je alles. Er zijn daar witte bloemenvelden. Je kan de ander nooit bereiken. De ander is een illusie, en die illusie ontstaat in de verte. De mens fantaseert slechts over de ander, maar daar blijft het bij, en fantasieën kunnen diep gaan. Het zijn natuur geheimenissen, voorhangsels, want het geheimenis wordt bewaakt. 119. Alles begint met de vrouw met het witte, en alles eindigt ermee. Daarin wordt de schepping van de mens gesteld, als voorhangsels. De mens werd geschapen in een bloemenveld, en de bloemen moesten een dans opvoeren, als voorhangsels om het geheimenis. De mens werd geschapen tussen vuile bloemen, aan de waterkant, en de mens verstond de boodschap niet, en mocht de boodschap ook niet verstaan, want daar was het nog geen tijd voor. Het was nog niet rijp. De mens was nog niet rijp. Dat is het scheppings geheimenis van de mens in de natuurkennis. 120. Ik schiep u in een bloem vol honing, Met een honingkroon op uw hoofd. Maar de mens moet de honing leren kennen, en het geheimenis wat hem
2287 Online Touch Home