74. Het boek Filippenzen gaat over het alles achter laten om op de kroon te jagen, in het Aramees het jagen naar betekenis, een gedeelte van een boek, een zintuig. 75. Het gaat om de kroon van de besnijdenis, als de rode kroon, het rode zicht. Als de mens het rode zicht ontvangt dan is dat een zeker weten, een besef dat alles een visioen is waarin je kunt verdienen, waarin je het rode kunt opbouwen. 76. Het rode zicht is een subtiele rode gloed waar alles uit voort komt. Het is het nieuwe zintuig van onderscheiding waardoor de mens de verdichtende krachten kan omzeilen. 77. In het boek Filippenzen is er de strijd tussen de asceten en de vijanden van het ascetisme die de buik als god hebben, oftewel de strijd tussen ascetisme en hedonisme. 78. Daarom is het zo belangrijk om uit te strekken naar de rode kroon, wat begint als de spotkroon. Filippi betekent beestenrijder, wat ook een beeld is van de bewaarder van de prisma. 79. De vrouw op het beest is dus de vrouw met de prisma. 789 80. Filippi, de vrouw op het beest, is de vrouw met de spiegel. 81. Het 'tot de laatste bloem gaan' betekent gaan tot wat er nog is overgebleven, leren leven met het weinige wat je hebt. Dat zal je leiden, tot je spreken. De bloemen laten de cirkels zien, nuances, tussenstappen. Dingen worden soms afgenomen, opdat we er omheen leren werken. Het 'tot de laatste bloem gaan' betekent ook het tot de bron gaan. Het betekent dat wat er is overgebleven na het toetsen. 82. De besnijdenis leidt tot de rode prisma. Wij kunnen alleen de vijand overwinnen naar de mate dat we onszelf overwinnen. 83. Onze pijlen zullen niet diep doordringen, wanneer zij geen nachtmerries bevatten, wanneer zij niet eerst heel diep in onszelf zijn gegaan. 84. Het hemelse woord bestaat uit gelijkenissen. 85. De kennis wordt voorgesteld als een vrouw en zij bestaat nog uit twee andere delen : de wedstrijd, haar zuster, en het verhaal, haar vriendin.
2300 Online Touch Home