kennen. leren roeien met de riemen die hij heeft. 5. 'Kom terug,' roepen de families en de kerken, 'Je bent van de markt, je bent van ons.' Zie, je bent niets anders dan een product. 6. Denk niet dat die mensen samen zijn. Ze leven in hun eigen werelden en hebben slechts complotten gemaakt om de buit te verdelen. 7. Het zijn jagers en trofee verzamelaars. Ze onderhandelen slechts. 8. Families bestaan niet in de buitenwereld. 6. De mens moet het lijden leren dragen en dingen verdiepen, want het goede komt altijd maar één keer, en dan is het weg. 7. Zo leert de mens het weinige van het goede volgen en er gevoelig voor worden om het in zichzelf te ontwikkelen en het ook te worden. 8. Vastgroeien is namelijk altijd een gevaar, en daarom krijgt de mens van niets teveel. 3. De ontnuchtering 1. Ontwaak, en wees blij dat je de stem van ontwaking nog hoort. Het is iets van de natuur. Laat je niet intimideren door grote groepen. Ze zijn niet bij elkaar. Ze doen maar alsof om de buit te verdelen, maar straks zullen ze elkaar verscheuren. 2. In deze tijd is de zonde tot een hoogtepunt gekomen. Men is volleerd geworden in de zonde, professioneel geworden in de zonde, deskundig in het zondigen, en tegelijkertijd is de zonde in deze tijd ook tot een breekpunt gekomen. 3. De hemelse democratie is dat er naar iedereen geluisterd wordt, maar dat alles wordt getoetst aan een hoger orgaan, vandaar dat de democratie ook altijd gematigd is. 4. De mens kan altijd in hoger beroep gaan bij hogere principes. 5. Dit is ook ter ontnuchtering, dat de mens moet 1013 9. De mens mag de natuurgrenzen niet over. De mens moet geduld leren en dankbaar zijn met wat hij heeft. Het gaat om het kleine, en het verborgene. Het gaat om de puzzel. Het is er niet buiten, maar het is er in. 10. Als de mens naar buiten gaat is er altijd een zekere grens aan verbonden, is de mens altijd aan een zeker touw gebonden, en moet de mens terug om er dieper in te gaan. 11. Alles geeft terugkoppeling. Volkomen loskomen van de geschiedenis is dus onmogelijk, omdat je altijd schatplicht hebt, oftewel belasting moet betalen aan het verleden, opdat het tot hogere vormen kan komen. 12. Er moet dus een zekere balans zijn tussen voortgang en teruggang. 13. Er moet dus eerst aan de nodige voorwaarden voldaan zijn alvorens naar buiten te treden. De mens mag dus niet hoger gaan dan zijn voegen. 4. Mensen niet naar de mond praten
1014 Online Touch Home