Grote oceanen droogden op, en er kwamen wildernissen met rivieren. 2. Ik weet niet wie er heeft gesproken, Ik ben tot de honger gegaan. Ik weet niet wie heeft gelogen, maar ik heb het beste gedaan. Ik zou ze toch niet geloven, allen met hun harde, dwingende stemmen. Ik zou de aandachtshoeren toch niet loven, Alles wat ze deden, en niet deden, was immers roven. 3. Ik weet niet wie er heeft gesproken, Ik weet niet wie wat heeft gedaan, Maar ik heb altijd voor het beste gekozen. Het is de verkiezing van het onderste lijden, van de minste willen zijn. Dat is het sobere geheim. 4. Het is niet genoeg het geestelijke te ontvangen, want dat kan van alles zijn. Zoveel gaat tegenwoordig door voor geestelijk, maar ze slaan elkaar de hersenpannen in om wie het ware geestelijke heeft of is. Wij hebben altijd gezegd : Neen. Het gaat nog een stap verder. Je moet komen tot het geestelijke touw. het kennen. Ken je het geestelijke touw ? 3. Met de hemelse vogels vlieg je mee. Je weet wanneer je weer moet vertrekken, net zoals de vogels. 4. Je kunt niet rechtstreeks tot het geestelijke gaan. Men moet zich tot de kust van de oceaan begeven. De mens moet de geestelijke melk ontvangen om tot het geestelijke te komen, oftewel de geestelijke opvoeding. 18. Waar het geestelijke woont 1. Het geestelijke woont op de toppen van de melk. Dat is een geheimenis. De mens kan er alleen komen door de melk. De melk is de wording. De melk is de opvoeding. De melk zorgt ervoor dat het kind niet projecteert de hele tijd, maar dat het kind eigen verantwoordelijkheden leert dragen. De melk is vormend, onderbouwend. 2. Daarom is het van levensbelang tot de oceaan te komen, tot de rivieren van de wildernis, om die over te steken. 17. De kust van het geestelijke 1. Soms is het tijd te minderen, soms is het tijd te volharden in het minderen, soms is het tijd tot verbrokenheid te komen, soms is het tijd tot de oerkennis te komen, en soms is het tijd tot de hemelse geleerdheden te komen waarin je zelf tot een geleerde wordt. 2. Niet door macht, noch door geweld, maar door 1021 3. Geestelijke oorlogvoerders zijn geen blinde vuistvechters die er met de lompe bijl maar op loshakken, maar ze zijn teder en zachtmoedig. Ze willen anderen geen pijn doen, maar moeten alleen het noodzakelijke doen. 4. Ze wensen de andere geen kwaad toe, maar moeten alleen doen wat ze moeten doen om de mensheid te redden. 5. Ze strijden tegen het vlees. Ze willen het vlees geen pijn doen, maar doen alleen het hoognodige.
1022 Online Touch Home