vijanden, en het bloed van de vijand is diep in Haar. 32. Een grote vloed nadert het tot de aarde om vrees te brengen en grote wanhoop. 33. Zij zullen weten dat zij gezondigd hebben. Zij zullen weten dat grimmigheid zich tegen hen gekeerd heeft. 34. De hemel is bekleed met duisternis en bloed. Zo trekt Zij Haar kinderen. Zij zal de afgoden van de aarde tot puinhopen maken. 35. Vlucht daarom tot de bergen, opdat Zij u niet tot een eeuwig verderf zal slaan. 36. Wee de aarde, en wee de zee, want Zij is tot hen nedergedaald. Op grote jachtwagens is Zij gekomen. 37. Een touw is om de nek van de vijand. Hun verzet is hen tot strop. 38. Wie zal staan na de zondvloed ? Zij zullen allen vallen. Niet één zal rechtvaardig voor haar staan. Allen zijn gevallen. 39. Haar kinderen weten dat Zij meer te vrezen is dan de vijand. De werken van de vijand vallen bij Haar in het niet. Er is geen gelijkenis. 40. Een groot teken zal Zij op de aarde stellen, opdat Haar kinderen zullen ontkomen. 41. Zij zullen allen wenen en zwak zijn, en grote vrees zal hen binnenleiden. 42. Een groot geheimenis is tot de aarde gekomen. Zij wacht tot het openbaar maken van Haar geheimenis. 43. In de onderwereld stelt Zij Haar teken, en Zij richt Haar grote verbond op. Allen die tot Haar komen zullen rust vinden in Haar. Niet voor eeuwig toornt Zij. 44. Kom dan binnen tot Haar eeuwige toorn, opdat u rust vindt voor uw harten, en opdat Haar toorn wordt tot vrede. 45. Niet voor eeuwig is Zij in wraak. In Haar 1027 eeuwige hardheid zult u Haar zachtmoedigheid zien. 46. Het grote verbond raast over de zeeen. Zij is de razende, wachtende om geboorte te geven aan het geheimenis. Dit geheimenis is alreeds onder u aanwezig. 47. Het grote verbond kalmeert de zeeen, en maakt hen woest. 48. Het grote verbond is opgericht om Haar legers op te roepen. Zij zullen de oorlog brengen tot grote vrede op Haar hemelse berg. 49. En deze vrede zal eeuwig zijn. En er zal loon zijn naar werk, en grote jachtsfeesten. 50. Grote paniek is Haar aankondiger. 51. Tot grote vergetelheid komt Zij, in het diepste van de duisternis. Ook Haar herinnering verwerpt zij. 52. Slaan zal Zij de valse leraren en rechters. Zij zullen niet aan Haar toorn ontkomen, zij die zich hoog hebben opgesteld. De hemel kent hen niet. 53. Niemand kan Haar volgen, niemand kan Haar woonplaats vinden. Zij allen gaan ten onder door Haar pijlen. 54. De zondaar zal niet aan hen ontsnappen. 55. Maar Haar kinderen doet Zij ontwaken, en Zij neemt hen mee. 56. Waakt dan in dit uur, opdat gij geen deel hebt aan valse werken. 57. Bij de hemel is er dan geen aansziens des persoons. 58. Zij leert haar strijders de krijg, maar Zij is geen leraar. Zij geeft leiding, maar Zij is geen profeet. Zij voert recht, maar Zij is geen rechter. Zij is de Grote Jaagster. 59. Oh volk, buigt voor Haar, opdat u aan Haar
1028 Online Touch Home