103

18. Met sterkte wordt er dus alertheid bedoeld, en geen brute kracht. Het gaat hier om de subtiele sterkte van de geestelijke kennis. 19. Het verharden van het hart duidt op de heilige vreze, de alertheid van de voeten van de strijder. 20. De verharding van het hart is de verharding van de oorspronkelijke paradijselijke lichaamsdelen. 21. Doorboringen zijn verkieslijker dan veel rijkdom. Belegering is beter dan zilver en goud. 22. Door zwakheid, honger en vreze komt hardheid en (nog meer) honger. 23. Al heeft men goud en een menigte robijnen, het kostbaarste juweel, hardste wapen, zijn de lippen, randen, van da'ath (gnosis). 24. Recht doen en offeren (asah) is een vreugde voor de rechtvaardige, en de bedrijvers van rebellie nemen in, zijn de slagers. 25. Dit heeft niets te maken met stadse, frivole vreugde. Het is verbonden aan vreze, wat dan een uitstorting brengt van het zaad van herschepping (mayim). 26. Als je ergens halverwege de vreze en de honger loslaat, dan komt er vroegtijdige, valse vreugde. De stad is hiervan bezeten, en werkt door valse vreugde. 27. Dit heeft niks te maken met de geestelijke vreugde die komt door de eeuwige vreze. 28. Als één van deze eigenschappen ontbreekt, dan is het gedoemd tot falen. 29. Als een man zich hoger en sterker waant dan de vrouw, daar is waar het leugenachtig wordt. 103 30. Het paradijs van Eva is een beeld van de geestelijke moederschoot. 31. Dieper in het paradijs ligt de opslagplaats van het geestelijke zaad. 32. Sinds het geestelijke zaad dieper in de moederschoot ligt, stroomt het. 33. De rivier die er omheen ligt is 'scheiden' en 'verzwakken', als een bezetter. 34. De rivieren zullen in bloed veranderen, waarvan deze rivier een beeld is. 40. De stenen van de schrijfpriester 1. De Steen van Ruben is de steen van het geestelijk zaad. 2. Het zijn sieraden als de wapenen van Job. 3. Dit zijn geestelijke sieraden, de innerlijke sieraden wel te verstaan, de sieraden van het hart. 4. Zij zijn onze wapenen. 5. Er is een plaats, een bron, van deze sieraden. Deze bron is de opslagplaats van het geestelijke zaad. 6. Dit is een plaats om vanuit op te rijzen met een wapenrusting, dus we hebben hier een arsenaal. 7. Deze wapenrusting wordt gewonnen uit de stof van het paradijs, waarin het paradijselijke lichaam werd gemaakt.

104 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication