Zij wilde de religie van Amalek geheel hervormen. 30. En Israel ging een zware tijd in, waarin de lasten nog meer werden verzwaard. En er waren geen woorden meer voor Taram. Zij hadden hem op het hoofd geslagen met stalen stokken, en zijn kaak hadden zij verbrijzeld, en hij werd in de gevangenis geworpen. En de nieuwe koningin van Amalek liet nieuwe geschriften opstellen, ditmaal door haar eigen volk. Ook de geschiedenis werd herschreven, en Miktos en Taram werden als ketters bestempeld, en al die hen volgden. 31. En in de gevangenis riep Taram tot de godin Amalek. En grote verwarringen maakten zich meester van hem. En er was een man genaamd Seder die ook in de gevangenis zat. En hij begon dromen te krijgen over de godin Amalek sinds Taram in de gevangenis was gekomen. En Seder schreef zijn dromen ook op. En de gevangenisbewakers die het lazen waren verbaasd. 'Hoe kan iemand zoiets groots schrijven ?' stamelden zij. En zij vielen op de grond, omdat iets hen geslagen had, en zij wisten niet wat. En zij lagen daar uren bewusteloos. En het nieuws verspreidde zich snel, ook tot de nieuwe koningin, en die kreeg ook de geschriften te lezen. En zij werd woest, en bestempelde Seder als een ketter. Zij begon de grote dreiging te merken die van Seder uitging. Daarom liet ze hem ter dood veroordelen. Eerst werd hij op een kar rondgetrokken door de nederzettingen. En Seder riep iedereen op tot bekering, maar zij luisterden niet. En een vlam kwam op het hoofd van Seder, en iedereen die het zag schrok. En zij vielen op de grond van angst, en bogen zich in het stof voor de kar, want de vlam verteerde het hoofd van Seder niet. Wel ontstond er een kale plek op zijn hoofd. En Seder werd vrijgelaten, want hij had de vlam op zijn hoofd. 32. En het nieuws verspreidde zich snel, en kwam ook tot de nieuwe koningin, en zij was woest. En zij zond amazones met speren tot hem, maar toen zij 108 hem zagen deden zij niets. Hij had immers de vlam op zijn hoofd. En meerdere amazones werden gezonden, en zij trokken hun messen, maar toen zij de vlam zagen werden zij stil. En weer kreeg de nieuwe koningin het nieuws te horen, en zij werd nog woester. Toen trok ze haar mes, en sprak : 'Nu zal ik zelf naar hem toegaan.' Toen zij bij Seder was aangekomen riep zij tot hem : 'Wat heeft dit te betekenen ?' Zij greep toen haar speer op haar strijdwagen en hief de speer in de lucht. 33. 'Waarom bent gij gekomen ?' vroeg Seder. Toen stapte ze van haar strijdwagen af en liep op hem af. Maar toen ze de vlam zag schrok ze. Ze viel ter aarde met haar speer en schild. 34. En Seder stelde een nieuwe koningin aan, en werd ten hemel opgenomen. 3. Amalekieten II 1. In het diensthuis van Amalek dienden de Israelieten, en er waren Amalekieten met gesels over hen aangesteld. Sommigen waren aangesteld over honderd, en anderen over tweehonderd. En het volk Israel vermengde zich met de Amalekieten. En de Amalekieten verkozen mannen, en telden hun aantallen. En zij hielden geschriften bij over deze mannen. En zij vermengden zich met de mannen van Israel. Als er een meisje werd geboren, dan werd het meisje gedood, want de Amalekieten wilden geen vrouwen van een gemengd ras. Als het een jongetje was, dan lieten ze het in leven, want mannen moesten werken in het diensthuis van Amalek. En de Amalekieten stelden geschriften op voor de Israelieten waaraan zij zich behoorden te houden, en waardoor ze konden zien welke godinnen ze moesten dienen. 2. De godin Jonne woonde aan de rivier waar zij
109 Online Touch Home