122

zwaar betalen, als voor zeldzame honing. Het werd een obsessie voor hem waarvan hij niet meer kon loskomen. 11. Zij leerde hem overleven in het oerwoud. Zij leerde hem alles. Zij liet hem een totaal nieuw leven zien, en al snel vroeg hij zich af waar hij zich in eerste instantie druk over had gemaakt. Misschien was het zijn voorzichtigheid, zijn ingebouwde alarm. Alles had tijd nodig. Ook dit. 12. Hij genoot met haar van het oerwoud en van de zee. Soms gingen ze zwemmen. Het leek wel alsof het oerwoud en de zee tussen hen beiden in was, om hun vriendschap gezond te blijven houden. Hij kon telkens alles afspoelen. Er was telkens teveel afleiding om hen heen om echt totaal verloren te raken in elkaar. Misschien zou het in de stad helemaal verkeerd zijn gelopen, zouden ze dan te dicht bij elkaar op de lip hebben gezeten, en zou het oerwoud niet tussen beiden kunnen komen wanneer dat nodig was. De natuur beschermde hem ook tegen al te zware depressie en wanhoop. De golven spoelden alles weg. Het zoute water was telkens zijn genezing, en zo kon hij haar ook telkens weer op nieuwe manieren bekijken en tegemoet treden. De natuur werkte zo aan hun vriendschap. 13. Op een dag bracht zij hem naar de stam op het eiland. Hij zag direct wat ze bedoelde. De vrouwen liepen daar bijna zenuwachtig rond met hun speren, agressief. Ze begonnen hem direct uit te schelden en kleinerende opmerkingen te maken. Ze zouden hem zo kunnen aanvallen. Ze hadden een zeker respect voor de vrouw die bij hem was, dus daarom deden ze het niet, maar ze dreigden. Ze zagen hem als een indringer. Ze waren veel te direct. Ze waren een deel van haar leven, en ze werden dus ook een deel van zijn leven, maar hij kon goed begrijpen waarom ze vaak afstand hield. Het eiland was eigenlijk te groot om zich druk te maken over hen. Hij had genoeg afleiding en ze hadden hen nauwelijks nodig. De vrouw ging er steeds minder vaak naartoe 122 sinds hij er was. 14. Ze verzonnen hun eigen spelletjes in het oerwoud, zodat ze niet telkens hoefden te spreken. Het bracht ook wat avontuur in hun leven, alhoewel het zwemmen in de zee, of een trektocht door het oerwoud al avonturen op zich waren. Soms deden ze hardloop spelletjes, tikkertje of speelden ze verstoppertje, als tijdverdrijf. Zo leerden ze elkaar ook op een andere manier kennen. Hij wilde haar psychologische diepte kennen. Hij merkte dat het leren kennen van elkaar steeds trager ging, en dat ze in cirkeltjes terechtkwamen. Ergens liep alles vast en werd het routine. Hij besefte toen ook dat de geheimen waar hij naar op zoek was niet slechts in haar te vinden waren, maar ergens anders in de veel grotere natuur. Daarom is hij op een dag naar zijn zeilboot gegaan en trok verder de zee over tot een volgend eiland. 16. Het koppige geitje 1. Er was eens een koppig geitje wat niet naar haar vader en moeder wilde luisteren. 2. Vader bok had gewaarschuwd voor de wolf, en moeder bok had gewaarschuwd voor het ravijn, en ook hadden ze het geitje telkens gewaarschuwd voor de gevaren van de stad. Ze wilden niet dat het geitje door haar koppigheid van hen weggeroofd zou worden. 3. Maar het geitje kon het allemaal niks schelen. Vrolijk en dwars ging het geitje tegen alle goedbedoelende waarschuwingen van haar ouders in, en ging gewoon langs het ravijn en gewoon de stad in. Zo ging dat tijden goed, en voor het geitje was dat reden om er gewoon mee door te gaan. Maar op een dag raakte het geitje aan de rand van het ravijn verstrikt in een struik. Wat het geitje ook probeerde, ze kon niet loskomen. ‘Ach, ik vind wel een manier,’ dacht het geitje. ‘Even een nachtje erover slapen.’ Maar toen het nacht begon te worden

123 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication