Inzetting 38. Over overgeestelijkheid en vergeestelijking Je kunt de horens van het ego niet overwinnen door geweld, maar door het te vergeestelijken. (Werktuigen 3:48) Het wapen is dus niet vleselijk, maar geestelijk. Het gaat niet zomaar om het geestelijke, maar om de vergeestelijking, want anders zou de mens in het vleselijke en de vervleselijking blijven (Anderlech 2:6). De overgeestelijkheid, of overmoedige geestelijkheid, probeert hieraan te ontkomen. Inzetting 39. Over valse genezing die tot zonde leidt Paulus had een pin in het vlees opdat hij tegen de zonde bewaard zou blijven, en zo moeten wij ook pinnen of pijlen door het vlees hebben, die niet zomaar weggenomen worden, want anders zou er valse genezing zijn die de zonde juist doet aanwakkeren. (Ewa 18:36, Vissen 12:4) Inzetting 40. Over berouw en bekering Door zijn verlorenheid kan de mens het rechte pad niet vinden, maar door met God vervuld te zijn kan de mens het rechte pad vinden en bewandelen. Dit moet van twee kanten komen. De mens is niet aan zijn lot overgelaten, maar moet zich zeker laten vormen. De mens moet over het smalle, lange pad gaan door de enge poort, door berouw en bekering. De mens moet zo zelf ook het smalle pad en de enge poort zijn. Predik de waarheid zoals die is, niet om bewonderd te worden. Wijs op de ware weg, en wees zelf ook de ware weg. Beoefen zelf datgene wat je predikt. Er is geen kennis zonder ijver (Zeeën 1:17, 2:21). Inzetting 41. De hemelse eenzijdigheid Er moet een tegenstelling zijn, een eenzijdigheid, een zekere starheid, om aan te dringen tot het maken van een keuze, wat dus een educatief doel is. We kunnen stellen dat er hierom een balans moet zijn tussen meerzijdigheid en eenzijdigheid. Dit is een hemelse discipline en een drijfveer voor de geestelijke oorlogsvoering en de geestelijke jacht. Er is een strijd tussen goed en kwaad, tussen onwetendheid en kennis, tussen het vleselijke en het geestelijke, tussen het goede en het beste. Er zijn veel restricties in het hemelse. (Ewa 57:27) 16
17 Online Touch Home