171

Dit is slechts een schaduw die zal wegvallen. Het is het overmoedige, onverschillige zelf van de mens. Het is halfslachtig. Het gaat niet diep genoeg en volhard niet genoeg. 10. Een schort in bloed geverfd is het beeld van het metaforische oorlogsbloed, een beeld van de strijdvruchtigheid. Onverschilligheid staakt de strijd voordat het daarvoor de tijd is. Als men dan toch met dit schort gaat rondlopen dan is het geroofd. 11. Het bevlekte schort is een teken van puurheid, want de mens laat zo zien dat hij hard aan zichzelf heeft gewerkt, en geen smetvrees heeft gehad in het gevecht met het zelf van de zonde. Zij die onverschillig zijn bevlekken zich niet, en komen zo in een leugenachtige waanwereld. 12. Er zijn ingewikkelde spiegelingen in het bestaan. Dat kun je niet tegenhouden, maar dat moet je verwerken en begrijpen. Ook moet je er dus tegen strijden wanneer het daarvoor tijd is. De natuur is niet onverschillig. In het verhaal rekent de natuur er dus ook mee af. De natuur gebruikt het om zichzelf te kastijden, om de diepere bronnen van schepping aan te boren. De natuur heeft geen andere keus, en het is dus een noodzakelijk kwaad. De natuur zoekt soms dit soort confrontaties op om antistoffen aan te maken. De natuur als schrijver verzint een hoofdpersoon en ook een tegenspeler, om zo het verhaal te leiden tot de diepere kennis. Er moet altijd een bepaald conflict zijn om tot de diepte van iets te komen. Er moet altijd een uitdaging zijn, een passie die door iets getest moet worden, anders is het waardeloos. 13. Je kunt alleen de waarheid liefhebben als je de leugen haat. Je mag niet denken dat je in de waarheid bent als je dit niet hebt getest en er niet voor hebt gevochten. Zorg ervoor dat je aan de juiste kant staat, en breng hiervoor de nodige offers, anders zal het nergens toe leiden. De zonde draait alles om, noemt het goede slecht, en het slechte 171 goed, de waarheid de leugen, de leugen de waarheid. Laten we erbij stilstaan dat de zonde, het materialisme, geen zintuigen heeft. De zonde speelt alsof de zonde kan zien, maar ziet niets, en verzint dingen om zijn eigen spullen, rotzooi, te verkopen. De zonde kan niet voelen en horen. De zonde maakt een geheel valse realiteit op, als een parasiet. Bedrog is waardoor de zonde voortwoekert. Zij willen winnen ten koste van de waarheid, maar wat hebben ze dan eigenlijk gewonnen ? 14. De hersenen kunnen de hogere dingen nog niet oppikken, dus ze vertalen alles tot lagere vormen, om zich daarover vervolgens het hoofd te breken. De hersenen vertalen alles tot andere personen om hen heen, opdat het hen niet zal overweldigen. 15. Door de volledige emancipatie kan de hemelse vergetelheid binnengegaan worden, waarin het zelf van de zonde volkomen is vernietigd. Dit is een hemelse kennismaking die niet komt zonder het afdalen, de diepte, om aan te geven dat dat de ware kennis is, namelijk die van de onderwereld, van het symbolische sterven aan het zelf van de zonde. Dit is een volkomen ontwaking. 16. Hebzucht wil niet leren, maar grijpen. Hebzucht wil geen diepte, want dan heeft hij niets. Hebzucht wil het oppervlakkige, want dan heeft hij de waan van het vele. Het is allemaal bedrog, allemaal om andere dwazen te paaien, maar voor wat ? Het is marktgedrag ten koste van de waarheid. De leugen verkoopt goed in het rijk van de dwazen, maar waar leidt het naar toe ? Dit zijn slechts schaduwen, nevels, waardoor de mens heen moet alvorens de hemel te bereiken. Deze schaduwen en nevels, deze luchtweerspiegelingen, testen de mens. 17. In de diepte sterft de hebzucht af, opdat de mens verder kan. Al het overbodige vet wordt hier verbrand, en alle protserige spieren slinken, opdat de mens kan terugkeren tot de leegte van de vergetelheid, om zo een ontmoeting te hebben met

172 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication