193

heersen. Het was een vrucht des doods. 36. Dit is waartoe Septus was uitgezonden. Het verwees naar Saturnus die zijn kinderen opvrat, Cronos in het Grieks. 37. De kinderen worden dan doodziek. De kinderen bevriezen onder zulk bewind. Deze koude bottenheerser verspreidt een doodse kou als een voedingsbodem voor het valse woord van het oervlees. 38. Het is als een verderfelijk zaad om mensen uit de paradijselijke staat met God te rukken. Deze parasiet heeft hiervan zijn beroep gemaakt, en is daar dag en nacht ziekelijk mee bezig. Hij verkoopt een gedwongen medicijn. Als je het niet neemt, zul je geplaagd worden door angst en treiterijen, vervolging en ontmoediging. Hij gaat op en neer om de mensen verslaafd te maken aan macht en kracht. Uiteindelijk is dit een boze droom voor de minderheden, want die worden zo uitgebuit. 39. Septus bewaakt hierdoor hysterisch de geslachts-identiteit. Een man moet een vrouw hebben als slaaf, om daarmee productief te zijn. Een man is er voor om de vrouw gevangen te houden, om zo over haar te heersen en ervoor te zorgen dat haar vrucht in zijn handen valt. Dit is de aanbiddings-orde van Septus. 40. Door de Septus-drug viel de mens, en kwam in de handen van deze geest van het oervlees. De mens verloor zo een groot deel van zijn vruchtbaarheid. Alles was gedoemd om ergens vast te lopen, om zo in een groot handelsveld te veranderen voor boze geesten. De mens werd een slaaf van deze geesten. Door de Septus-drug werd de mens een zombie. De mens werd een volgeling van duistere idealen. 41. De Septus-drug zorgde ervoor dat het 193 hoofdzakelijk over mannen ging, en heeft zoveel mogelijk vrouwen erbuiten gehouden. Ook zorgde Septus ervoor dat het over een mannelijke god ging. 42. Septus hield het vrouwelijke, het scheppende, het vruchtbare, het wapen, opgesloten. De molen van Septus 43. Septus had een molen geschapen waardoor zijn wereld orde werd opgezet, een molen als een troon. Hij was een beruchte boze geest. Hij zat aan de skelettentafel van het oervlees met een andere grote vijand van God's volk, die staat voor trots en voorspoed, en die betekent 'zaad van de vader' en 'verlangen'. Het oervlees stond voor hebzucht. 44. Het vrouwelijke is een wapen van tucht, als een instrument van tucht. Het zaad van de man moest sterven in de vrouw, zodat de vrouw nieuw leven kon geven. 45. Daarom het eerste wat Septus deed om de positie van de vrouw aan te tasten was om de kennis en wetenschap van de tucht aan te vallen en te verdraaien. Het gif van de verboden vrucht heeft als grondslag de tuchteloosheid en de valse tucht. Dat verbod in zichzelf was al een zekere tucht. De mens wilde als God zijn om aan die tucht te ontkomen. De mens wilde niet getuchtigd worden, geschoold worden, gedisciplineerd worden, maar losbandig leven. 46. Dit wordt ook wel de stoel van Eli genoemd, die zijn zonen niet tuchtigde, en daardoor zijn nek brak. Door de tucht des Heeren te aanvaarden zullen wij minder schade oplopen in de eeuwigheid. Deze tucht is dus ons te beschermen voor de verschrikkelijke gevolgen van de zonde. 47. Het verdraaien van de tucht, op basis van tuchteloosheid, moest de val van de vrouwelijke positie bewerkstelligen, volgens het plan van

194 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication