5. Er werd een heg opgericht in de vorm van een zee, waardoor de mensheid verder van het paradijs werd weggedreven. Vanaf die tijd waren de seizoenen ingevoerd. Er vond een herschepping plaats, om de aarde te ontdoen van het kwaad. Noach werd naar een speciale plaats geleid, waar hij paradijselijke kwaliteiten kreeg zoals het heersen over de dieren. Toch werden er weer boze geesten vertoont die nog waren overgebleven door de zondvloed. 6. Ook voor ons is het belangrijk om 'mayim', het oerzaad, te ontvangen, om zo geen slaven van Septus te zijn. 7. Septus, de Trooster, is een voorhangsel. De Trooster houdt ons tegen om verlicht te worden, om het nachtzicht te ontvangen. De Trooster is een zwaar lijden, omdat het de profetische gave in ons dooft. 8. Alle entiteiten van menselijke overleveringen en tradities waren een voorhangsel. Alles om ons heen is een groot voorhangsel. Dit is niet het paradijs. 9. Deze wereld werd geschapen door het oervlees om ons af te houden van de oerwereld. Wij gaan van voorhangsel tot voorhangsel. Wij moeten de geheimenissen van de voorhangsels oplossen om doorgang te vinden. 10. Septus was gezonden door het oervlees. Het was een moordenaar. Profetische kennis is veel belangrijker dan troost. Wij moeten komen tot de duisternis. Lichten zullen ons verblinden. 11. Wij moeten leren leven met de kleinste hoeveelheden. Geesten van rijkdom en materialisme staan overal op de loer om ons tot een slaaf te maken. 12. Voorhangsels zijn belangrijk, want zij vormen de ladder om uit putten te komen. Soms vallen we, 204 en dan hebben we die voorhangsels nodig. We gaan van voorhangsel tot voorhangsel, en proberen hun geheimenissen op te lossen. Alles is bruikbaar materiaal. 13. Onthecht je van alle dingen en wikkel jezelf dan alleen in God. Kom naakt tot God, zonder al je voorgeslachtelijke archetypes en metaforen die je in je leven hebt gebruikt. Laat alles achter je. Laat de doden de doden begraven. Ga door alle voorhangsels heen die ze op hebben gehangen rondom je. Zoek God. Niet de beelden die je voorouders hebben gemaakt van God. 14. Door de besnijdenis wordt men Israeliet, en wanneer de besnijdenis tot volgroeiing komt, wordt men sobere. 15. Wij moeten al onze bruidsklederen afdoen, en ook de Trooster in ons hoofd, en dan de wildernis in vluchten. Het oervlees kan alleen de schaduw zien van het oerwoord. Hij leeft onder een sluier. Wij leven daarom in een omgekeerde wereld. 16. Wij moeten al het voorgeslachtelijke achter ons laten. God zal ons dan, alleen dan, de rode draad laten zien. Als we nog wanhopig vastklemmen aan onze voorouderlijke erfenis, dan zullen we daardoor verblind zijn en misleid worden. Er is een roep om tot Orion te gaan. 17. In de Orionse geschriften is er de jacht op de troost-vogels en de bruids-vogels. Deze bruidsvogels zijn een soort ooievaars die zielen kunnen stelen. Daarom is de jacht hierop van groot belang. Het zijn kinderdieven. Toriax is een Orionse Adam. De troost-vogels en bruids-vogels zijn de bewakers van de schatkamers van Septus. In de geschriften van Orion is het belangrijk om Toriax te vinden en te ontvangen, om bestand te zijn tegen deze vogels en om hen te overwinnen door de jacht. Zo niet, dan worden we door de dronkenschap van de vijand ingenomen.
205 Online Touch Home