22

Inzetting 58. Ismael en Ezau niet geheel verstoten Op het diepste punt van zijn lijden werd Yeshua ook tot een Ismael en een Ezau, als een verworpene : ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten ?’ Hij moest net als Ismael en Ezau zijn sociale en familiaire status afleggen. Daarom zien we ook in de islam het geheimenis dat God geen zoon heeft. (Beloch 19:1,7) Dit is een gereformeerd geheimenis. In geen geval zijn Ismael, Ezau en Yeshua daadwerkelijk verstoten, maar meer als onderdeel van iets veel groters. Daarom zullen de reuzen komen, de grote vrouwen, om de bruggen tot de godenwereld af te breken en de tafelen der goden om te keren, want de afgoden die de mens heeft gemaakt hebben deze geheimenissen achtergehouden en de kerk gedeformeerd gemaakt in plaats van gereformeerd. (Ewa 3:18-19, 26:14) Inzetting 59. Hebt uw vijanden lief Ook het Hoseaanse lijden is van belang. Hosea moest het Efraïmitische juk aanvaarden, opdat het tot een profetisch teken zou worden. (II Kamba 7:21-22, 8:14-15) Dit is het ontdekken van de Moeder God die in de vrouw verborgen is. (II Kamba 10:96-98) Dit is ook de diepere betekenis van het Messiaanse principe ‘Hebt uw vijanden lief.’ (III Kamba 11:11) Uitgave : Rodenbergs Predikanten Fonds (RPF) in samenwerking met de Nederduits Gereformeerde Kerk 1970-2024 2024 22

23 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication