25

je bloem, de bloem van geboorte. 28. Breng me naar de laatste oceaan die de laatste traan wegspoelt. 2. De dag na Eden De vijfde bloem 29. De vijfde bloem, bloem van Jozef, bloem van dromen, dringt mijn hart binnen, om mijn vader Eli te waarschuwen. 30. Wek hem weer op om uw volk te leiden en open zijn oog. Geef hem het hart, mijn innerlijke vader, om zijn zonen wakker te maken. 31. Laat hem het pad van Jozef bewandelen, geef hem de vleugels van Benjamin, om zijn huis weer binnen te gaan. 32. Venus, laat je bloem niet zinken, richt je huis opnieuw op, om een huis van maïs te midden van honger te zijn. 33. Sta weer op uit de woestijn, o heerser van Egypte, jij bent de gouden bloem. 34. Laat uw levensstromen het land omringen, om de tafel van Abraham te verheffen. Laat Noach zijn gids zijn. De zesde bloem 35. De laatste bloem, het laatste oordeel, om de zee weg te spoelen, om de tafel weg te spoelen. 36. De laatste bloem die alle bloemen in één laat bloeien. Eén bloem zal bloeien als je slaapt, één klein bloempje zal boven je wakker worden. 37. Ga slapen, kleine aarde, ga slapen, kleine hemel, want morgen is een nieuwe dag. 38. En midden in de nacht zal de wind komen om ook deze bloem te laten slapen, zodat de nacht zijn vleugels helemaal om je heen kan slaan, zodat de kou van de nacht je aderen kan binnendringen om je aarde te laten afkoelen. 1. Je leeft nog steeds in de dag na Eden, niet geïnteresseerd in wat daar werkelijk is gebeurd. Je stal de bloemen uit de tuin van Eva, 2. en je doodde de slang voor zesenzestig goudstukken. Weet je zeker dat het de juiste slang was? 3. Weet je zeker dat je goed hebt geschoten terwijl je schoot met je ogen dicht? 4. De vlucht van de adelaar maakte een gouden pad voor de reiziger. Er hing een gouden draad. De vleugels van de adelaar verwarmden het hart en kalmeerden zijn ziel. 5. Kon je de klokken horen luiden toen je geboren werd in je kleine doos op aarde? Of werd je opgeslokt door je eigen angsten en geesten gecreëerd door het kleine doosje om je daar te houden? De doos in de doos 6. Maar weet je dat deze nieuwe wereld ook een doos is, met zijn eigen mensen en zijn eigen angsten en geesten? Weet je dat als je eruit stapt, je een nog grotere wereld betreedt? 7. Wanneer je de doos in de doos begint te beseffen, wanneer je ziet dat het leven dat je krijgt na de ontsnapping ook niets anders is dan een doos in een doos, met zijn eigen wetten en eigen sleutels, 8. dan begin je te beseffen dat je nooit echt vrij bent. Je bent pas vrij als je aan deze hokjescirkel ontsnapt, als je de ring draagt, als je de hokjes van het leven beheerst. 9. De gele bloem groeit van hemel tot hemel. Het vraagt je niet om de doos te openen, het vraagt je niet om de doos te verzegelen. 10. Het wil dat je vliegt en de dozen vergeet. Het wil dat je de ring van de hemel draagt. 25

26 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication