3. Je had je herinneringen overleefd, je had de snijdende standpunten overleefd. Je nam afscheid van ze. Je kroop door de bosbladeren, door het mos en de modder. 4. De atmosfeer is hier erg vochtig. Dan komt er plotseling een grote slang voor je op en begint er een worsteling. 5. Je voelt zijn koude lichaam zich om je heen draaien en je voelt zelfs zijn bloed door zijn aderen stromen. 6. Hij bijt je in je onderrug en je schreeuwt, maar je benen beginnen hem naar beneden te trekken en je greep is erg stevig. Je voelt dat er een enorme kracht in je benen is gekomen. 7. Je voelt dat je de wildheid van het bos krijgt, dat je één wordt met het bos, en je bijt hem in zijn nek, terwijl je je nagels diep in zijn huid drukt. 8. Je hebt je angsten, frustraties en verwarring overleefd, die de slang vertegenwoordigde. Maar je lichaam bloedt en je wonden zijn diep. 9. Je komt nu op een plek met heuvels van warm zand, en hoe verder je door deze plek kruipt, hoe heter het zand wordt. 10. Je voelt hoe het zand je vochtige wonden bedekt, wat je voelt als een genezing. De sfeer is vredig en er zijn wat kleine struiken hier. 11. Het is alsof zachte, zoete melk door je aderen stroomt. De wilde bloemen 12. Je betreedt een veld met wilde bloemen en je voelt je huid opbloeien. Je begint je als een bloem te voelen en je voelt dat je lichaam wordt opgesierd alsof je fragiele gescheurde kleding draagt, 13. maar wespen duiken op je en proberen je tepels te prikken om alle melk en honing uit je te zuigen. 14. Aan het einde van het veld zie je een poort waar je doorheen kunt. Je staat nu voor een enorme afgrond, met een brug. Je loopt op de brug en je begint naar beneden te kijken, en je krijgt de rillingen. 15. De brug stopt plotseling ergens boven de afgrond waar je op de rug van een reuzen-adelaar kunt zitten die net zo groot is als jij. 16. Verder en 27 4. Waar alle tranen botsen 1. Hij was overal teder versierd met klein wit satijn en van zijn lippen was het zoete druppelende. Ik voelde dat hij bloeide. Ik vroeg hem waar hij vandaan kwam en hij zei uit de zee van tranen. 2. Ik vroeg hem wie hij was en hij zei dat hij mijn spiegeling was. 3. Zijn uiterlijk was als een kind, maar zijn uitstraling was volwassen. Hij leek de man van tegenstellingen te zijn. dieper in de afgrond zweeft een eiland in de lucht. De adelaar brengt je daarheen. Hier zul je moeten vechten tegen leeuwen, panters en gigantische spinnen. 17. In het midden van het eiland vind je een ladder van draden die je uit de afgrond zal leiden. 18. Je staat nu aan de andere kant van de afgrond en je huid lijkt op de regenboog. Je wonden en littekens zijn zo mooi, omdat ze spreken van je moed en doorzettingsvermogen. 19. Deze wonden en littekens zullen de sleutel zijn tot de hemelse bloem waar je naar op zoek was. Je eet nu de hemelse vruchten en je voelt de zachte, heldere sappen door je verstand en aderen stromen. 20. Je voelt je herboren door deze stromen en je begint erin te zwemmen, ze dieper te volgen in deze nieuwe wereld. Je ziet de tropische vissen vlak bij je zwemmen. 21. Je staat op het punt de hemelse oceanen en zeeën te bereiken. Je vliegt op de rug van tropische vogels en je bereikt een ander eiland midden in deze zeeën en oceanen. 22. Hier drink je de melk van kokosnoten en voel je de warme en koele zeewinden van de hemel.
28 Online Touch Home