de Heere tot een vloek geworden. Gij hebt waarlijk troost gebracht aan het hart des heeren, door te wandelen en te handelen in de hemelse leerregels. 39. Ja, gij hebt ze om uw polsen gebonden, en gij hebt uw kinderen er zwaar mee getuchtigd. Zo hebt gij uw zielen behouden in de Toorn des Heeren. 40. Laat dan niemand u oordelen, want gij hebt in liefde gehandeld, oh vervolgde gemeente Gods. 41. De Heere heeft haar hand op u gelegd. Zalig zij hen die u zaligen, en vervloekt zij hen die u vervloeken. 42. Ja, zij zullen aan het tienvoudige mes ten onder gaan, hen die u haten. 43. Want zij haten u omdat gij de geboden des Heeren bewaart in vrezen en beven. 44. Zij zullen in Spricht ten onder gaan, zij die om u gelachen hebben. Maar zalig zijn zij die met u geweend hebben. 45. En zij zullen door Spricht tot behoudenis gerekend worden. En zij allen zijn onder de hoede van God’s gezant Torio. 4. De Heere heeft u laten leven in vreze, en ziet, gij zijt zalig geworden, dragende de lusten des Heeren. 5. Gij droeg dan voor lang het hemelse geweten, en de Heere heeft het gezegend. 6. Nu dan, gij zijt rein, en gij behoort tot de heerlijkheden Gods. Behoort dan tot de jaguars des hemels. 7. Gij bent dan meester geweest zonder pijlpunten, en gij hebt u afgezonderd gehouden. Ja, u bent geheiligd. Ja, u bent anders. Gij zijt vreemdelingen in de wereld geweest, maar gekend bij God. 8. Zoekt daarom troost bij elkaar en leert elkander over het ijs des Heeren en het hemelse ijs. Zo zult gij de leerregels vervullen. 9. Predikt dan de prediking aan de ganse schepping, opdat gij ijs zult scheppen van de hemelen. Zo zult gij de grote verdrukkingen breken. 10. Zalig hen die de verbrekingen als zaligheid achten. Gij bent dan niet ver van de Lusten des Heeren. 14. De gevallen wereld 1. Ja, de Heere zal u gaven schenken in de nacht, gij die zijn wortelen bemint. Gij dan kent de lusten des Heeren, en zijt daarmede begiftigd in uw binnenste. 2. Gij die dan de poorten bent doorgegaan : Gij hebt een eeuwige prediking aanschouwd en gij zijt heilig. 3. De Heere zal u nieuw gerei schenken om de heiligen mee toe te rusten. 279 11. In een nachtvisioen, in een droom, werd het eerste Korinthe afgebeeld als een groep opgeblazen jonge mannen die met hun lichamen pronkten. Zij waren ver weg van het goddelijke, paradijselijke lichaam van de schepping. Met hun lichamen doofden ze de ziel uit, en deden aan zelfverheerlijking. 12. Nu is het zo dat het lichaam van een hemelse gezant soms een beeld is waaraan de pelgrim in leven en dood hervormd wordt. 13. Als wij denken : deze wereld is de schepping Gods, dan is dat slechts ten dele waar. Veel meer nog is dit een gevallen wereld, een wereld waarvan de overste het oervlees is, de verleider. 14. Het lichaam in deze wereld is dan ook gevallen, en zoals Paulus het noemt 'lichaam des doods'.
280 Online Touch Home